Toon Hermans
Toon Hermans - Chambre douze songtekst
Je score:
Ik vond een wat vergeelde foto van onz’ eerst automobiel Dat was een kanjer van een auto met nog een reservewiel En we staan er met zijn tweetjes kinderlijk gelukkig naast Opgespaard met kleine beetjes maar toch hogelijk verbaasd Dat we zo iets konden kopen ook al was het maar tweedehands Nou hoefden we niet meer te lopen en we leerden ijverig Frans We waren een reislustig stelletje, we wilden naar de Côte d’Azur Naar zo’n typisch Frans hotelletje, niet de luxe, niet te duur Allebei een zomerblouse maakten wij er ons entree En we kregen chambre douze met een venster aan de zee Er stond een bed met ijzeren pootjes zo’n ouderwetse twijfelaar en we pelden apennootjes O, wat hielden we van elkaar En nooit vergeet ik die lampetkan ik zette haar altijd zachies neer Ze was een tikkeltje gebarsten en in de spiegel zat het weer Maar je kon er in je badpak lopen tot aan de middernachtse maan En stond het kleine venster open dan zagen we onze auto staan De vensterbank en de pompelmoezen de lege flessen vin rosé Jong geluk in chambre douze Aan de méditerranée De laatste dag, het laatste ijsje en een hand van de patron De radio speelde een vrolijk wijsje en we zongen mee van c’est ci bon Toen zijn we in ons eigen rijtuig met open dak naar huis gesjeesd We waren zelden zo gelukkig en nog nooit zo rijk geweest Als we later in een suite sliepen dachten we nog aan die twijfelaar En dan hoorden we weer die pootjes piepen En we kropen dichter bij elkaar