Het leven leeft z’n eigen, vanzelf niks geen last
Je hoeft alleen te zwijgen want alles staat al vast
Da’s makkelijk, daar raar je aan gewend
 Het gaat goed zo lang jij je plaats maar kent

Want wie geboren is voor taptemelk kan toch niet denken
Dat ze hem champagne zullen schenken
En wie geboren is voor rooie kool moet maar vergeten 
Dat j'ook kaviaar kan eten

Daarom bestormen regenwormen
Nooit de hemel, da’s uit eerbied
Want die loven al wat boven 
Ze uitsteekt en op hullie neerziet 
 
Wie geboren is als pleepapier
Die kan d'r tegen
Die kan d'r tegen
Anderman z'n billen af te vegen

Je volgt gewoon de borden:
Halt! Voorrang! Stop! Rechtsaf!
Zo hou je recht en orde
Zo krijg je zelden straf
Raak je in de knel en weet je niet waardoor
Dan is daar vast wel ergens reden voor 

Want wie geboren is als kokosmat
Mag niet verlangen
In 't salon als wandtapijt te hangen
En wie geboren is als regenwurm
Die moet maar slikken
Dat de kippen naar je pikken

Mocht je ontglippen aan de kippen
Zal een ander je wel hangen
Dadelijk bungel j'aan een hengel
Om voor hun een snoek te helpen vangen

Wie geboren is voor de poelier
Die moet maar weten
Die moet maar weten
Dat 'ie straks helaas wordt opgevreten