Tol Hansse
Tol Hansse - Mensen mensen songtekst
Je score:
Als de ochtend is geboren En de haan kraait van de toren U is thans een dag beschoren Dat de zon een beetje schijnt Klimt de hele stad zijn bed uit Als het ware op een stoomfluit Wat is d'r aan de hand Kom, we motten naar het strand Fiets of auto, step of brommer 't Kan niet bommen, maar ik kom er Neem de schepjes opgelaaien Want we gaan er pootje baaien Rotterdam komt op de wielen In een hele grote file Waarin Ma haar angst belicht: "Is de gaskraan nou wel dicht?" Mensen, mensen, wat een mensen Met zijn allen op het strand Mensen, mensen, wat een mensen En het zonnetje dat brandt Mensen, mensen, wat een mensen In de auto straalt de hitte Dat je haast niet meer kan zitten En je kleren aan je klitten Wijl de zon een beetje schijnt Een agent van de bereden Staat je in de rij te kneden En je houdt je effen koest Want je bent wat doorgeroest En dan kom je bij het strand an En daar is het al een moordpan Stralend maak je vast wat foto's Van de lange rijen auto's Waar de meeuwen angstig schreeuwen Lieve Heer laat het weer sneeuwen Met je keel al in de brand Stort je eindelijk in het zand Mensen, mensen, wat een mensen Met zijn allen op het strand Mensen, mensen, wat een mensen En het zonnetje dat brandt Mensen, mensen, wat een mensen Heelhuids op het strand gekomen Ga je heerlijk liggen dromen Hoe je strakkies thuis moet komen Als de zon al niet meer schijnt En wat ligt daar in een hoekie Zomaar topless zonder broekie Een heer Heinz aus Wupperdal Met z'n billen op een kwal Kinderen, oma's, dames, heren Liggen hier te recreëren Sidney komt aangedraven Ik heb opa vast begraven Vader gluurt over zijn broodzak Naar een zeester zonder badpak En een wesp op Ma d'r cake Geeft gelijk een zonnesteek Mensen, mensen, wat een mensen Met zijn allen op het strand Mensen, mensen, wat een mensen En het zonnetje dat brandt Mensen, mensen, wat een mensen Vader zont alleen zijn tenen Ik mijn broek uit, ga toch henen Schaamt zich voor zijn witte benen Als het zonnetje eens schijnt En Marietje is verdwenen Loopt bescheurend hard te wenen Maar het wordt weer opgelost Via de politiepost En de radio's die blaten Op het strand stil en verlaten Makelaars die zich vervelen Bouwen hier hun zandkastelen Maar het weer gaat naar de knoppen Kijk, daar komen donderkoppen Dus de dag die valt in puin En ik ben nog steeds niet bruin Mensen, mensen, wat een mensen Met zijn allen op het strand Mensen, mensen, wat een mensen En het zonnetje dat brandt Mensen, mensen, wat een mensen