Puur en onomwonden,
Geschaafd maar ongeschonden,
Kunnen we overal tegen,
Dansend in de regen,
De wolken zijn kastelen,
En schelpen zijn juwelen,
Ik bel tot tien,
Wie niet weg is, is gezien.

Op blote voeten in ’t gras,
Verlang ik terug naar hoe het vroeger was.

Nee, en droom de hele dag,
Ik bewonder je verwondering,
Neem mee wat je zag,
Maar weet,
Ook al ben je nog zo klein,
Dat je blik op de wereld,
De mijne blijkt te zijn,
Heel hard vallen,
Om dan weer op te staan,
Jong geleerd is oud gedaan.

Eigen liedjes zingen,
Uit de hoogste bomen springen,
Nog nooit gedaan,
Dus het zal wel gaan,
Alles is een race,
Ongeremd en zonder vrees,
Je stort je naar beneden,
Net de muur vermeden.

Op blote voeten in ’t gras,
Verlang ik terug naar hoe het vroeger was.

Nee, en droom de hele dag,
Ik bewonder je verwondering,
Neem mee wat je zag,
Maar weet,
Ook al ben je nog zo klein,
Dat je blik op de wereld,
De mijne blijkt te zijn,
Heel hard vallen,
Om dan weer op te staan,
Jong geleerd is oud gedaan.

En heel hard vallen,
Om dan weer op te staan,
Jong geleerd is oud gedaan.
Wooh
Heel hard vallen,
Om dan weer op te staan,
Jong geleerd is oud gedaan.