Als je bang bent in het donker moet je fluiten,
Op de zolder, in de kleder, in de gang.
En wanneer je in het donker ’s avonds buiten gauw,
Een liedje fluit dan ben je minder bang.
’T is ’n truucje dat ik vroeger van m’n opa heb geleerd,
En ’t helpt gegarandeerd, ik heb ’t zelf geprobeerd.
Als je bang bent in het donker moet je fluiten,
Op de zolder, in de kleder, in de gang.

Op een avond, in november,
Toen was Samson alleen thuis,
Ja, want Gert moest plots de stad in,
Dus ik paste op het huis.
Na een uurtje werd het donker,
Want er brandde nergens licht.
En toen zag ik in de schaduw,
Iets bewegen, een gezicht.
Onee toch, ’t was verbeelding,
Maar mijn haren stonden recht.
En toen dacht ik aan wat Gert me al zo dikwijls had gezegd.

Als je bang bent in het donker moet je fluiten,
Op de zolder, in de kleder, in de gang.
En wanneer je in het donker ’s avonds buiten gauw,
Een liedje fluit dan ben je minder bang.
’T is ’n truucje dat ik vroeger van m’n opa heb geleerd,
En ’t helpt gegarandeerd, ik heb ’t zelf geprobeerd.
Als je bang bent in het donker moet je fluiten,
Op de zolder, in de kleder, in de gang.

Die gedachte, hielp wel even,
Maar toch hoorde ik nog wat.
Misschien werd er iets gestolen,
Toen opeens: Hey wat was dat?
Een gerammel aan de voordeur,
Iemand stapte door de gang,
Hallo Samson, Gert, ben jij het?
Zeg, waar bleef jij nu zo lang?
‘K was zo bang, Gert, in ’t donker
en er was een eng geluid.
Maar je weet toch als je bang bent,
dat het helpt wanneer je fluit.

Als je bang bent in het donker moet je fluiten,
Op de zolder, in de kleder, in de kast.
En wanneer je in het donker ’s avonds buiten gauw,
Een liedje fluit dan ben je minder bang.
En wanneer je hulp moet hebben roep je doodgewoon maar “HEY”
Voor je ’t weet fluit heel de straat dit liedje hardop met je mee.
Op de zolder, in de kleder, op je kamer, in het schuurtje, in de gang.