Ik ben altijd zo onzeker,
dor een kleinigheid geveld,
gauw uit het veld geslagen
of meteen al uitgeteld.
Want als het eropaan komt,
druk ik op de foute knoppen
of springen alle stoppen.
Ik ben niet kordaat en nooit koelbloedig.
Nee, ik ben helaas geen held,
maar ik zou zo graag een keer voluit gaan.
Alle meiden, opgelet!

Recht op mijn doel af, vastbesloten tot en met,
als een speer, als een raket.
Zonder uitstel, zonder omweg, doelbewust en nauwgezet,
als een speer, als een raket.

Ik ben altijd zo bescheiden,
sta meestal achteraan.
Had ik maar ellenbogen
of een beetje grootheidswaan.
Want als het eropaan komt,
sta ik met mijn mond vol tanden,
heb ik twee linkerhanden,
waarmee ik nooit eens lekker uit kan pakken,
want ik zit nog in het cellofaan.
En ik zou zo graag een keer voluit gaan.
Alle meiden, opgelet!

Recht op mijn doel af, vastbesloten tot en met,
als een speer, als een raket.
Zonder uitstel, zonder omweg, doelbewust en nauwgezet,
als een speer, als een raket.

Ik pak de telefoon, 
ik denk dat ik je bel
en jou dan een keer gewoon 
eindelijk vertel
wat ik allemaal zo op mijn hart heb,
waar ik ’s nachts van droom in bed.

Recht op mijn doel af, vastbesloten tot en met,
als een speer, als een raket.
Zonder uitstel, zonder omweg, doelbewust en nauwgezet,
als een speer, als een raket.