Al die dagen zonder gloed
Zonder stralen, zonder mooie boeken
Arme donder, uitgeput
Alles haten en jezelf vervloeken
Denkt u ook niet dat het anders kan
Zoveel hersens maar totaal onkundig
Ja, daar word je toch wel moedeloos van
Uit de verte zingen engeltjes je toe

Het is zo lekker, lekker, zonder zwart gemoed
Het is als zwemmen, zwemmen, zonder ondergoed
Het is de hemel, hemel, die plots opentrekt
Dan denk je eigenlijk, eigenlijk, is het niet zo slecht
Toch niet zo slecht

Niets dan schoonheid, ruisend riet
Stralend, blauw, en al die wilde dromen
Getsjilp van vogels, 't hoogste lied
Flonkerend beekje, welig groene bomen
Geen gezeur meer van die grijze muis
Niet die ongein van het nieuws en kwissen
Geen gepiep van elektronisch tuig
Al die zieke rommel uit mijn ziel gewist

Het is zo lekker, lekker, zonder zwart gemoed
Het is als zwemmen, zwemmen, zonder ondergoed
Het is de hemel, hemel, die plots opentrekt
Dan denk je eigenlijk, eigenlijk, is het niet zo slecht
Toch niet zo slecht

Was ik maar wat wijzer en wat rijper
Ja, dat zou me helpen
Niet zo ongeduldig, sikkeneurig
Krijg je hoofdpijn van
Kijk eens naar de dames
Mooie rokjes en het zot gekwetter
Was ik maar een meisje zoals ik
Het ook al eerder zei, nietwaar

Het is zo lekker, lekker, zonder zwart gemoed
Het is als zwemmen, zwemmen, zonder ondergoed
Het is de hemel, hemel, die plots opentrekt
Dan denk je eigenlijk, eigenlijk, is het niet zo slecht
Toch niet zo slecht