Er klinkt een heel nieuw lied
in 'n ruimte groot en leeg
het was er gister niet
het wachtte en het zweeg

dit lied lag aan de grond
het waaide en het dreef
alsof het niet bestond
en vandaag zichzelf schreef

het werd vergeten
het viel bijna overboord
zonder dit schip had
niemand ooit dit lied gehoord

dir schip deed veel te lang niet mee
het lag statig zwaar en stil
maar 'n schip dat hoort
op zee te varen

het wil varen dag en nacht
naar Sumatra en weer terug
de bemanning houdt de wacht
kapitein staat op de brug
strakke vlaggen in de wind
witte wolken het blijft droog
wijst 'n moeder met haar kind
naar 'n meeuw 'n mijl omhoog

de gouden letters
de luifels, het balkon
de haven glinstert
als 'n baken in de zon

en er staan glazen in de kast
en het oude hout dat kraakt
'n schip moet varen
om weer terug te keren

het wil varen dag en nacht
naar Sumatra en weer terug
de bemanning houdt de wacht
kapitein staat op de brug
strakke vlaggen in de wind
witte wolken het blijft droog
wijst 'n moeder met haar kind
naar 'n meeuw 'n mijl omhoog

er klinkt een

het was er gister niet
het wachtte en het zweeg