Gisteren was ik nog jong
Het leven smaakte zoet
Als honing op mijn tong
Ik leefde of er nooit een nieuwe morgen kwam
En zorgde elke nacht weer voor een nieuwe vlam

Droomde mijn eigen dromen
Had plannen bij de vleet
Dacht niet aan de gevolgen
'k wist amper wat ik deed
Wanneer ik wat verlangde
Zorgde ik dat ik het kreeg
Elk glas dat voor me stond
Dronk ik tot de bodem leeg

Gisteren was ik nog jong
Ik hoorde slechts de liedjes
Die ik in mijn eentje zong
In elk gesprek weerklonk
Mijn eigen stemgeluid
En voor het verhaal begonnen was
Had ik het alweer uit

De liefde was een spel
En ik was arrogant
Wie het waagde me te claimen
Zette ik doodleuk aan de kant
Ik maakte van mijn leeftijd
Het magische getal
En wilde nog niet horen
Van de hoogmoed en de val

Opoe en Kootje
Gisteren was ik nog jong
Ik maakte elke dag de aanloop
Voor een nieuwe sprong
Ik dacht er niet bij na en deed mijn eigen zin
Ik vocht tegen de klok, maar tijd haalde me in

Nu is het spel gespeeld en is de cirkel rond
En alles wat ik beet had ligt in stukken op de grond
Aan het einde van de reis
Betaal ik toch de prijs
Wat was ik jong