De barvrouw bekijkt me, ’t is een uur of half elf
Mijn drinkebroer die is er niet dus ik bestel m’n eerste zelf
En met mijn eerste slokken wordt mijn onrust wel getroost
op mijn vrienden en de wereld: dat ik daar dan maar op proost

Op één been kun je niet lopen, dus een tweede snel besteld
Ik hef het glas op ware vriendschap, dat is ’t enige wat telt
Nou vooruit nog eentje dan hij is toch nog niet
Eentje moet nog kunnen: niemand die het ziet

En ik drink op de zon en de regen
Ik drink op het zout en het slijk
Ik drink op de toekomst, op het zuiver geweten
Ik drink op je eeuwige gelijk

Ik hef het glas op dit land en vooral op elke grens
Opdat we die met voeten treden en ik drink op elk mens
En ik drink op echte liefde op goeie seks en geile wijven
En ik vraag me af waar mijn drinkebroer kan blijven

En ik drink op de zon en de regen
Ik drink op het zout en het slijk
ik drink op de toekomst, je zuiver geweten
Ik drink op je eeuwige gelijk
En ik drink meneer!

Ik drink intussen op Al Qaeda, het ’t glas op ’t Midden-Oosten
Ik drink, ik drink op alles, als ik maar kan proosten
En als ik drink op ’t kabinet ben ik tellen al gestaakt
‘k Bestel alvast een nieuwe, ik heb ‘m toch al goed geraakt

En ik drink op de zon en de regen
Ik drink op het zout en het slijk
Ik drink op de toekomst, op het zuiver geweten
Ik drink op je eeuwige gelijk
En ik drink meneer!