Je ligt in bed en staart naar buiten,			
het lichaam wil niet meer je geest nog wel.
Denkt aan hoe je was soms niet te stuiten,
voelt je verliezer in je eigen levensspel.
Vaak denk je terug aan al die momenten,
aan vriendschap, liefde en gezelligheid.
Aan strenge winters of een zachte lente,
nu ben je in de herfst van je eigen tijd.

REFREIN:
Geen weg terug, geen weg terug.
mooi was die tijd maar alles ging wel heel erg vlug,
Je hebt geen spijt, geen enkele spijt,
geniet van ’t leven want het duurt geen eeuwigheid.

Soms krijg je bezoek van je kind’ren,			
je wordt verwend ze zijn aardig en beleefd.
Vaak heeft men geen tijd kunnen vinden,
je mist de mensen waar je ’t meest om geeft.
Dan denk je terug aan betere tijden,
lachende kind’ren zon zee en avontuur.
Fijne vakanties je gezin aan je zijde,
nu lig je hier en staart doelloos naar ’n muur.

REFREIN

Bedenk hoe mooi het is ‘t gaat nog wel eens mis, 
geniet en leef intens.
Simpeler gezegd dan gedaan kop op wat heb je eraan,
morgen voel je, je ’n ander mens.

REFREIN