Ik bouw voor mezelf een kleine ark
Laat de zondvloed nu maar komen
Ik neem het beste van mezelf mee
En de vrouw van mijn dromen
Ik wil met haar tot in de hoogste mast
En gaan tot op de bodem
In het oog van de storm gaan we alles doen
Wat God ons heeft verboden

Ahoy! Ahoy! Ahoy!
Ahoy! Ahoy! Ahoy!
En het gaat tekeer
Wat een lekker weer
Ahoy! Ahoy! Soms is minder meer!

Veertig dagen zal het regenen
Veertig nachten alleen met haar
O Neptunus, jaag je woeste golven op
Geen orkaan, m’n lief, drijft ons uit elkaar!

Ahoy! Ahoy! Ahoy!
Ahoy! Ahoy! Ahoy!
En het gaat tekeer
Wat een lekker weer
Ahoy! Ahoy! Soms is minder meer!

En we vallen droog op de hoogste berg
Met het mooiste uitzicht dat bestaat
Daar bouw ik dan een klein paleis
Waar we wachten tot het weer stormen gaat!
Ahoy! Ahoy! Ahoy!
Ahoy! Ahoy! Ahoy!
En het gaat tekeer
Wat een lekker weer
Ahoy! Ahoy! Soms is minder meer!