Hoor de hagedissen sissen
en de spin verlaat zijn web
en de zee met al z’n vissen
schittert zilverig bij eb.
Ook de maan klimt in de nanacht
om de kale bergen heen.
Zing het lied van knook en knekel!
Zing het lied van merg en been!

Truuks en triefels,
triefels en truuks.
Koffiedik en paddebloed,
schapenvet en schoorsteenroet.
Dwergen dansen af en aan
langs de malle Maliebaan.
Truuks en triefels,
triefels en truuks.
Op de kale bergen
’s nachts bij volle maan!

Als de gnoom bij maanlicht gniffelt
in de bedding van de beek
en de mol komt boven aarde
om te dansen op de bleek,
zing de hit van pek en zwavel,
zing de song van steen en been!
Pak een kaars en spring op tafel:
trek een krijtlijn om je heen.

Truuks en triefels,
triefels en truuks.
Koffiedik en paddebloed,
schapenvet en schoorsteenroet.
Kluts de bubs met kracht dooreen
en zing er zachtjes overheen:
truuks en triefels,
triefels en truuks.
Op de kale bergen,
liefst om kwart voor een.

Als de zon bij avond wiebelt
in een mandje boven zee,
neem een deken die niet kriebelt
en de nachtwind neemt je mee.
Zing het lied van zout en pekel,
jaag de mossel uit z’n schulp.
In het uur van knar en knekel
klinkt de song van prut en pulp.

Truuks en triefels,
triefels en truuks.
Truuks en triefels,
triefels en truuks.
Truuks en triefels,
triefels en truuks.