Op de ijsbaan, moet je weten,
ben ik een ander, voel ik me fijn.
Op de ijsbaan kan ik zomaar
een ander dan Aagje zijn.
Ik krijg op mijn schaatsen zo’n zwevend idee,
dan gaan mijn gedachten al zwevende mee.
Op de ijsbaan kan ik zomaar
een ander dan Aagje zijn.

Nou denk ik: dan ben ik eens Carrie of Stien,
ik rijd om 't Olympisch goud.
Ik laat dan mijn fans wel eens eventjes zien
dat niemand mij daarvan weerhoudt.
Ik wacht op het startschot, ik start als een schicht,
ik lig al meteen meters voor.
Mijn slagen zijn krachtig en door mijn techniek
kom ik elke bocht haarscherp door.
Het publiek juicht me toe, 
'k ben me lang nog niet moe,
en dan, met de eindstreep in zicht,
een scheur in het ijs. 
Met een ijselijke krijs
valt Aagje op haar gezicht.

Op de ijsbaan, moet je weten,
ben ik een ander, voel ik me fijn.
Op de ijsbaan kan ik zomaar
een ander dan Aagje zijn.
Ik krijg op mijn schaatsen zo’n zwevend idee,
dan gaan mijn gedachten al zwevende mee.
Op de ijsbaan kan ik zomaar
een ander dan Aagje zijn.

Vandaag treed ik op als ijsdanseres
en ik rijd een fantastische kuur.
Ik zweef over 't ijs als een sprookjesprinses,
krijg tienen voor elke figuur.
Daar klinkt de muziek, ik begin gracieus
en dan komt een zwierende zwaai.
Een Rietberger volgt, dan dubbele flip,
een pirouette met een heel snelle draai.
Het publiek is verrukt
als er weer een sprong lukt,
't kampioenschap is nu niet meer ver.
Maar o wee, onverwacht
komt in plaats van een acht
in het ijs een geweldige ster.

Op de ijsbaan, op de ijsbaan
ben je een ander, voel je je fijn.
Op de ijsbaan, op de ijsbaan
daar denk je een ander te zijn.