Alle mensen zeggen het: ‘Hij rijdt op het dak.
De nokken van de daken pakt ‘ie met gemak.’
De dakgoot van Jansen hing een tikkie scheef
en Sinterklaas zei achteraf: ‘Een wonder dat ik leef!’

Hij rijdt op het dak,
kan ‘ie met gemak!
Pieter heeft het laddertje
en zulk een zware zak.
Zijn er veel antennes,
wordt het wel kritiek.
Om maar niet te spreken
van de daken met een piek.

Hij rijdt op het dak,
kan ‘ie met gemak!
Pieter zegt: ‘Het is moeielijk,
maar ach, het is m’n vak.
Is het wel eens krap an,
weinig komt het voor,
kost het maar een dakpan,
maar we weten wel waardoor.

Alle mensen zeggen het: ‘Hij is ouderwets.
Hij hangt zo aan die daken. Gelukkig zijn er flats.’
Maar eentje op de duizend heeft een glazen dak
en Sinterklaas zei achteraf: ‘Geen wonder dat het brak!’

Hij rijdt op het dak,
kan ‘ie met gemak!
Pieter heeft het laddertje
en zulk een zware zak.
Moeilijk als er mist is,
lastig als het sneeuwt.
Daarom is het nodig
dat je altijd even schreeuwt.

Pas op op je dak:
witdak is wat zwak.
Witdak heeft een knikkie
en de onderbouw is zwak
Kijk, dat vindt ‘ie aardig,
dat is altijd safe,
want Sinterklaas zegt zelf ook:
‘Een wonder dat ik leef!’

Een wonder dat ‘ie leeft!