Niet schieten

Niet schieten - Wallen van de nacht songtekst

Je score:

Ik maak een grap, zij begint te lachen.
Met een gebaar leg ik een meier op de kast.
Ik kleed me aan, en zacht sluip ik naar buiten.
En ik hoop dat niemand mij verrast.
Stop m’n gezicht opvallend in m’n kraag weg.
Een rode gloed besprenkeld ligt de gracht.
Het gordijntje open, en zij gaat weer zitten.
En ik struin over de wallen, de wallen van de nacht.
En dan kijk ik op de klok, en ik zie ……

Ik moet naar huis, en over 10 minuten gaat de laatste trein.
Ik spring door steegjes en door straatjes en ook over een plein.
Bij ‘t loket één kerel voor me met een wrat op zijn gezicht,
ook nog boven op z’n lip, dat is pas goed gemikt.
Wat doet die vieze vent hier nou toch midden in de nacht,
hij heeft natuurlijk niemand die thuis nog op hem wacht.
Ik zeg ik ga even voor en krijg ruzie met die man.
Ik pak maar snel m’n kaartje en ren zo snel ik kan…..
naar ‘t perron, trein staat er al, nog een secondetje of elf.
Ik spring erin terwijl ik struikel en ik vloek wat in mezelf.
De trein vertrekt, de speaker zegt ‘dit is de trein naar Alkmaar.’
Maar daar staat m’n huis dus niet en ik ken ook niemand daar.
Dus zenuwachtig, op ‘n drafje naar de conducteur.
Die staat met een vent te lullen over niets, wat een gezeur.
Dan zeg ik sorry Mijne Heren mag ik even tussendoor?
Ik zie een wrattenlip en bekend komt die mij voor…
Hoe heeft hij die trein gehaald, ik had hem toch opzij gezet??
En toen op m’n hardst gerend en ik haalde het maar net!
Maar geen tijd voor dat soort vragen want ze kijken me strak aan,
komen ziedend op me af en dreigen te gaan slaan.
Snel trek ik aan de noodrem, we vliegen door de lucht.
Ik ram een raampje in en sla verder op de vlucht.
In de polder hol ik door maar ik heb maar weinig zicht,
het is donker en ook mistig, in de verte zie ik licht.
Spring over hekken, over slootjes, ik haal een natte poot.
Kom bij een boerderij buiten adem, half dood.
Dan hoor ik wat gerommel en de deur gaat van de knip,
staat daar weer die vent met die gore wrattenlip!!
Hoe is dit nu toch weer mogelijk, hij zat net nog in die trein??
Dan kan ‘ie toch onmogelijk nu hier aanwezig zijn?
Ik sla de deur in zijn gezicht als ‘ie grijzend naar me lacht.
Hoe kom ik thuis bij m’n vriendin, die ongeduldig op me wacht?
Ik ren over het erf, kom bij een landweg aan,
het is er pikkedonker geen lantaarnpalen aan.
Plots zie ik daar een halte, een halte van een bus,
Daar stoppen heel vaak bussen, een bushalte dus.
Met het licht van m’n horloge schijn ik op de tijdenkaart.
Lees ik het nou goed, kan niet geloven wat er staat!
Er moet nog 1 bus komen, over een halve minuut.
Het lot begint te keren, ja, daar hoor ik al getuut.
De bus die stopt en ik stap in, maar m’n strippenkaart is vol!
Ik mag niet mee, ik moet eruit, en ik hol….
er nog even achteraan, maar dat heeft geen enkele zin.
Ik sta in niemandsland, ik denk aan mijn vriendin.
Daar komt een fietser aan op een tandem heel alleen,
die is voor twee personen en hij is er maar met één.
Hij zegt ‘als jij heel hard trappen kunt, dan mag je met me mee.’
Toevallig moet hij ook mijn kant uit daarom zeg ik dus geen nee.
We komen bij mijn woonplaats aan, ik stap af en hij gaat door.
Kapot zwaai ik hem uit, als ik plots sirenes hoor!
Van politie en de brandweer, en ze rijden naar m’n straat.
Dat betekent dat er iets in lichter laaien staat!
Ik hoor een gil, zie mensen in paniek, ook zie ik weer die vent,
met die wrattenlip, maar hij heeft me niet herkend.
Ik ren m’n straat in maar ik heb me blijkbaar toch vergist.
Want het is m’n straat dus niet, die heb ik net gemist!
Het was de vorige straat links! Van vermoeidheid in de war.
Ik ga terug, ik ga de bocht om, dan sta ik in een bar.
Achter de tap staat weer die vent met die wrat op z’n gezicht.
Ik wil naar buiten maar dat gaat, want die klote deur is dicht!
Dus ik moet eerst een kaartje kopen, zegt de conducteur,
Ik zeg, maar waar moet ik dat dan doen, nou bij de buschauffeur.
Ik ram de deur, ik sta weer buiten en dan sta ik in een lift.
Die gaat razend naar beneden, het is een lift op driiiiiifffffftttttt!!!!!!

En badend in het zweet wordt ik weer wakker.
Ik heb weer de hele nacht gerend.
Ik kwam nooit thuis, wat ik ook probeerde.
En die adem naast me klinkt bekend.
Dus badend in het zweet sluip ik het bed uit.
Op de wekker zie ik half acht.
Ik besprenkel mijn gelaat kijk in de spiegel,
en daar zie ik weer de wallen, de wallen van de nacht…….
Vind dit lied op:
bol.com
amazon.com

Copyrights:

Auteur: Erik Jobben

Componist: Erik Jobben

Publisher: (Not on label)

Details:

Uitgegeven in: 1999

Taal: Nederlands

Komt voor op: Navelstaren (2004)

Deel je mening

Dit formulier wordt beschermd door reCAPTCHA en de Google Privacy Policy en Servicevoorwaarden zijn daarbij van toepassing.

0 Reacties gevonden