Niet schieten
Niet schieten - Tien boerinnen songtekst
Je score:
Tien boerinnen uit het Drentse Assen waren voor een vrijgezellen feest, Op de avond voor de bruiloft, met z’n allen naar de grote stad geweest. Met z’n tienen, met z'n tienen, boerentrienen. En de bruid die droeg een bordje met daarop dit is de allerlaatste dag, Dat elke vrijgezel mij zomaar ongevraagd nog kusjes geven mag. Maar ze bleven, maar ze bleven, kusjes geven. Want ze waren alle tien verkleed als Bridgette Bardot, En net als hun grote voorbeeld hadden ze ze niet zomaar maar zo. Jammen, jammen, ‘t waren prammen. Hetsers hetze – met z’n zessen? Nee jo!- ’t waren jetsen En sodemieter, ja ja ja wat een tieten. En alle mannen die het tiental zagen liepen hitsig achter ze aan. En zo was er tegen middernacht een soort van optocht ontstaan. Het is niet gebleven, het is niet gebleven bij kusjes geven. Het werd zelfs wat hectisch, het werd wat hectisch met tachtig erecties. Nee, nee, nee, nee, nee Ze gingen terug naar de trein voor het ontworden geklooi, Ja, dat wilden ze wel maar ze zijn er dus nooit. Aangekomen, aangekomen, ze werden genomen. Maar, net op tijd kwam daar de politie te paard, Niet ter verdediging niet ter verdediging, puur ter bevrediging. Je hoorde ze gillen laladieladiela tot op de Antillen Maar de bruid was verstandig, rende naar het station, Ze begroette duizend militairen daar op het perron. Soldaten, sergeanten, kolonels, luitenanten, Generaals, commandanten, ze wisten van wanten. Ja vijf hele uren lag de bruid op haar rug, Want ze gaf één keer acht tegen achtduizend terug. Lange halen, met dikke palen, ja sterke verhalen. De ochtend erop toen ze haar aanstaande zag, Stortte zij voor het altaar in elkaar en de dag Was bedorven, de bruid was gestorven. De man van dat bruidje, keek raar op zijn snuitje. Want die sul voor het altaar, die loser was hij daar.