Donkere stormen staan op in de wolken,
Machtige schaduwen verduisteren het licht.
Mag ons leed of dood ons verbeiden,
Tegen de vijand roept ons de plicht.
Wij heffen ter vrijheid stralende vlaggen,
Rood als een vlam in de duistere tijd,
De vaandel van moed,
De bannier van bevrijding,
Brandt boven ons hoofd
In de storm van de tijd.

Sta op tot de strijd!
Bereidt u ten aanval!
Vecht voor uw leven,
U arbeidersvolk!
Op de barricades! Op de barricades!
Verover de wereld, o arbeidersvolk!

Nederlaag en dood aan de demon der wereld!
Lijdende mensheid bevrijdt slecht de daad.
Tegen de heersers: de stormvloed der aarde,
Dat zij oogsten hun bloedige zaad.
Met arbeidersbloed is gedrenkt deze aarde...
Geef nu uw leven voor de laatste strijd:
Dat boven de rokende velden ziet rijzen
Mensheid het licht van de broederschapdag!

Sta op tot de strijd!
Bereidt u ten aanval!
Vecht voor uw leven,
U arbeidersvolk!
Op de barricades! Op de barricades!
Verover de wereld, o arbeidersvolk!

Nood en ellende verderven de volkeren.
Tegen de knevelaars weerklinkt onze kreet:
Strijdende jongeren voert geen vrees in de vanen,
Vlak voor de dood staan zij lachend gereed!
Ziet, ziet de horizon der martelaars rijzen,
Machtig omstraald door de glans der idee.
Sta op dan, miljoenen! Met wapperende vaandels
De aarde overstroomt als een zuiverende zee!

Sta op tot de strijd!
Bereidt u ten aanval!
Vecht voor uw leven,
U arbeidersvolk!
Op de barricades! Op de barricades!
Verover de wereld, o arbeidersvolk!