Nederlandstalige Kinderliedjes
Nederlandstalige Kinderliedjes - Daar was eens 'n kind songtekst
Je score:
Daar was eens 'n kind en 'n heel klein kind; en 'n kindje van jonge jaren, 'n kindje dat door die warandekes liep, om wat wild te gaan vergaren. Het had er een boogske al in z'n hand en een pijltje om mee te schieten. Het schoot er de schoonste konijntje mee dood, die in deez' warandekes liepen. En menheer en mevrouw van het bruine kasteel, die lieten het kindje vangen; ze zetten het op ene toren zo hoog en die zat er vol adders en slangen. "Och menheer en mevrouw van het bruine kasteel, wil m'n zoontje toch laten leven. Het heeft er nog zeven gebroeders jonk en teer, wilde ze hebben, ik zal ze-u geven." "Zeven gebroeders jonk en teer, needie willen we niet; want vier daarvan zijn slaper." "De andere zijn er de schoonste van 't land, want ze dragen koningswapen." "Och menheer en mevrouw van het bruine kasteel, wil m'n zoontje toch laten leven. Het heeft er nog zeven gezusters jonk en teer, wilde ze hebben, ik zal ze-u geven." "Zeven gezusters jonk en teer, needie willen we niet; want vier daarvan zijn nonnen." "De andere zijn er de schoonste van 't land en zijn nog blanker dan de zonne." "Och menheer en mevrouw van het bruine kasteel, wil m'n zoontje toch laten leven. Ik heb er nog zeven tonnekes met goud, wilde ze hebben, ik zal ze-u geven." "Zeven tonnekes met goud, needie willen we niet; laat andren die maar erven. Uw zoontje heeft er de dood verdiend en het zal er moeten sterven." Toen het kindje al aan de galleg hing, vroeg het smekend om wat drinken; zo menig druppelkes dat het dronk, zoveel traantje liet het zinken. Er vlogen drie duifkes al over z'n hoofd en het leek of het engeltjes waren; het waren drie engeltjes uit 's-hemels woon, die het kindje z'n zieltje kwamen halen.