Nederlandstalige Kinderliedjes
Nederlandstalige Kinderliedjes - Daar kwam ene boer van Zwitserland songtekst
Je score:
Daar kwam ene boer van Zwitserland Kadee, kadulleke kada En die had een ezel aan zijn hand Laberdi, laberda, laberdonia En die had een ezel aan zijn hand Cecilia Waarop dat lei een witte doek Kadee, kadulleke kada Hij sprak: wat zal ik daarmee doen Laberdi, laberda, laberdonia Hij sprak: wat zal ik daarmee doen Cecilia Snijderke, sprak hij, snijderke fijn Kadee, kadulleke kada Wilt gij mij maken een kedelijn Laberdi, laberda, laberdonia Wilt gij mij maken een kedelijn Cecilia En toen die kedelijn was gedaan Kadee, kadulleke kada Toen ging hij voor zijn vrouwke staan Laberdi, laberda, laberdonia Toen ging hij voor zijn vrouwke staan Cecilia Vrouwke, sprak hij, vrouwke fijn Kadee, kadulleke kada Zeg mij hoe staat die kedelijn Laberdi, laberda, laberdonia Zeg mij hoe staat die kedelijn Cecilia Die kedelijn die staat jou niks goê Kadee, kadulleke kada Ge hebt een lijf gelijk een koe Laberdi, laberda, laberdonia Ge hebt een lijf gelijk een koe Cecilia Heb ik een lijf gelijk een koe Kadee, kadulleke kada Dan ga 'k weer naar die snijder toe Laberdi, laberda, laberdonia Dan ga 'k weer naar die snijder toe Cecilia Snijderke, sprak hij, snijderke fijn Kadee, kadulleke kada Gij hebt er bedorven mijn kedelijn Laberdi, laberda, laberdonia Gij hebt er bedorven mijn kedelijn Cecilia Heb ik er bedorven uw kedelijn Kadee, kadulleke kada Ik heb het gesneden in de maneschijn Laberdi, laberda, laberdonia Ik heb het gesneden in de maneschijn Cecilia Hebt gij het gesneden in de maneschijn Kadee, kadulleke kada Ik zal het betalen in de zonneschijn Laberdi, laberda, laberdonia Ik zal het betalen in de zonneschijn Cecilia De boer die pakt zijn stok al gauw Kadee, kadulleke kada En waar hij sloeg kwam niet zo nauw Laberdi, laberda, laberdonia En waar hij sloeg kwam niet zo nauw Cecilia Maar ook die snijder die hield zich kloek Kadee, kadulleke kada Hij stak de boer met zijn naald in de broek Laberdi, laberda, laberdonia Hij stak de boer met zijn naald in de broek Cecilia Ze zetten de snijder op een witte geit Kadee, kadulleke kada En reden ermee naar de eeuwigheid Laberdi, laberda, laberdonia En reden ermee naar de eeuwigheid Cecilia