Miel Cools
Miel Cools - Het groot gelijk songtekst
Je score:
De harde triomf in jouw stem mocht dan loeien maar het was een triomf die in bloei kwam op steen. En wat er aan planten op rotsgrond wil bloeien heeft stengels van leer en staat meestal alleen. Blaas jij de klaroen want dat klinkt onverschrokken, maar ’t zeldzamer wild neemt geschrokken de wijk. En zelfs als je ’n vreemde in bed weet te lokken dan lig je alleen met je grootste gelijk. En het grootste gelijk heeft geen koesterende armen. Het grootste gelijk heeft geen vochtige mond. Het grootste gelijk kan je lijf niet verwarmen. Het grootste gelijk blijft een schrijnende wond. Je zit als een buste gesneden uit marmer, een hoofd maar geen benen, een kin maar geen buik. En ook al maakt drinken je hart niet veel warmer, je vindt je gelijk in de ziel van de kruik. De dorst die jij branden voelt is niet te lessen. wat helpt een klein gietertje water de eik? En als alles leeg is, je glas en je flessen, dan zit je weer vol met je grootste gelijk. Maar het grootste gelijk is het grootste ontberen. Her grootste gelijk heeft geen wachtende borst. Het grootste gelijk doet je buik niet vibreren. Het grootste gelijk is onlesbare dorst. De eenzaamheid is een te wrede confrater, maar isolement breekt van binnenuit baan, Gelijk lijkt een schelmse voldoenende sater tot hij met een grijnslach je eenzaam laat staan. Je krijgt ja en amen zolang het je goed gaat. Je schijnt met die bijval een prinsdom te rijk. Maar als dan je ziel en je leven bankroet gaat dan poft er geen vriend op jouw grootste gelijk. Want het grootste gelijk is een bodemloos water. Het grootste gelijk is een brekende kruik. Het grootste gelijk is een kermende kater. Jouw grootste gelijk is een mes in jouw buik. Muziek: Miel Cools Tekst: Ernst Van Altena