Een boer ging naar de grote stad met een paard om te verkopen
Toen hij opeens op dezelfde weg een man met een koe zag lopen
“Zeg  man”, zei de boer, “wil jij die koe niet ruilen voor mijn paard?”
“Wel ja”, zei de man, “o.k., 
Neem jij die koe maar mee”

Een paard voor een koe en wat voor een koe
Hij sprak ’t beest eens vriendelijk toe
“Wat zal die melk goed smaken”
En je kon er ook nog karnemelk en gortepap van maken

  Z’n vrouw had niet te klagen met een zakenman als hij
Die koe zou het begin zijn van een grote boerderij
Zo ging hij zonder meer een grote toekomst tegemoet
Z’n vrouw zei niet voor niets altijd:
“Wat vader doet is altijd goed”

De boer besloot om met z’n koe nog een beetje weg te blijven
Toen hij opeens een andere man een schaap voor zich uit zag drijven
“Zeg man”, zei de boer, “wil jij dat schaap niet ruilen voor mijn koe?”
“Wel ja”, zei de man, “o.k., 
Neem jij dat schaap maar mee”

Een paard voor een koe, een koe voor een schaap
En wat voor een schaap
De boer zei lachend: “O, wat een knaap”
En lachte tussenbeie
Je kon van al die wol wel honderd onderbroeken breien

  Z’n vrouw had niet te klagen met een zakenman als hij
Dat schaap zou het begin zijn van een grote boerderij
Zo ging hij zonder meer een grote toekomst tegemoet
Z’n vrouw zei niet voor niets altijd:
“Wat vader doet is altijd goed”

De boer liep vrolijk met z’n schaap in de schaduw van de bomen
Toen hij opeens een man met een kip uit een kippenhok zag komen
“Zeg man”, zei de boer, “wil jij die kip niet ruilen voor mijn schaap?”
“Wel ja”, zei de man, “o.k.
Neem jij die kip maar mee”
 
Een paard voor een koe, een koe voor een schaap, een schaap voor een kip
En wat voor een kip
Zo wordt je nog ‘ns rijk in een wip
Het was niet te geloven
Want gaf die kip geen eieren meer
Dan kon je hem ook nog stoven

     Z’n vrouw had niet te klagen met een zakenman als hij
Die kip zou het begin zijn van een grote boerderij
Zo ging hij zonder meer een grote toekomst tegemoet
Z’n vrouw zei niet voor niets altijd:
“Wat vader doet is altijd goed”

De boer ging met die kip naar huis, toen z’n vrouwtje hem kwam vragen
Of hij wat rotte appelen voor haar zou willen dragen
“Zeg vrouw”, zei de boer, “Wil jij dat spul niet ruilen voor mijn kip?”
“Wel ja”, zei de vrouw “o.k.
Neem jij die zak maar mee”
 
Een paard voor een koe, een koe voor een schaap, een schaap voor een kip Een kip voor rotte appelen
Waarom zou een mens zo sappelen?
Waarom zou een mens zo sjouwen?
Je kunt veel beter appelbier en appelcider brouwen

     Z’n vrouw stond al te wachten toen hij thuiskwam met z’n buit
Ze zag de rotte appelen en jubelde het uit
Ze gingen met z’n twee een fijne avond tegemoet
Z’n vrouw zei niet voor niets altijd:
“Wat vader doet is altijd goed”