Ik ben gaan kijken op de Dam. ’t Werd leuk is me gezegd 
Je lacht je gek: die wijven staan te meieren om recht
Maar ’t is toch zo klaar als klontjes, mens, de bijbel en de wet
Die zeggen jij hebt ene wens de keuken en het bed
  
   Ik zeg maar zo
Laat die wijven wijven blijven
Ik zeg maar zo, ik ben pro
Vrouwen in de lits-jumeaux

Enge vent, leg ons eens uit waarom nou toch een man
Van alles doen mag of verknoeien wat een vrouw ook kan 
Hebben wij dan heel geen spieren en geen hersens in ons lijf
Bestaan ambities puur bij kerels en nooit bij een wijf

     Het is zus en niet zo
Wat de heren hier presteren
Is zozo en die show
Moeten wij van op de po

Lieve dames –vrouwen – Ja, ‘k gedroeg me als een zak
Een ongetrouwde vrouw met aanleg mag ook best een vak
Niet één man die ooit zo netjes alle brieven voor je tikt
Of in ’t gasthuis zo precies de thermometer prikt
 
   Ik zeg maar zo casu quo
Kun je ’t vrouwen toevertrouwen
‘k Zeg maar zo op laag niveau
Geeft het weinig risico

Knul, je snapt nog steeds de ballen van ons ideaal
Getrouwde vrouwen willen ook van alles allemaal
Heus we koken voor je als je naar de wasserette gaat 
En krijg je ’t huis alleen niet schoon dan helpen wij kordaat

    Het zit zus en niet zo
Wat die mannen allemaal kannen
Is tableau en bijou
Krijg je zo van me cadeau

We hebben nu talent genoeg aan huishouden vermorst
Nou jij – Maar hoe krijg ik een kind, hoe geef ik dat de borst
Net als altijd vangen wij op aard’ de man ’t te machtig wordt 
In ’t kraambed, maar ook politiek, in handel en in sport

En ’t zal overal 
Wel twee keer zo vlot marcheren
Vrouw erin brengt gewin
Kijk maar naar de koningin