Marcel de Groot
Marcel de Groot - wachten op de trein songtekst
Je score:
Ben jij mijn stad, zo koud en kil, je grachten en je straten, van God en mens verlaten, je kroegen leeg, je klokken stil. Het is zo vroeg, nog nauwelijks licht, ik hoor de vogels fluiten. Ik ril en stap naar buiten en de deur slaat als een valbijl dicht. Het is lente en ik moet vrolijk zijn. Maar na een nacht als deze kan ik slechts dronken wezen en wachten op de eerste trein. Hoe kan een nacht zo donker zijn, zal ik het ooit vergeten? Ik had het kunnen weten dat dit de laatste keer zou zijn. Toch had ik nooit nee nee nooit van jou gedacht dat jij na al die dagen me zo maar weg zou jagen. Wat had je dan van mij verwacht? Ik voel me naakt hier op dit plein dat in de vroege morgen nog voor geen troost kan zorgen, dus rest me slechts de eerste trein. Ik ben alleen en zo alleen blijf ik met al mijn zorgen. Hier in de kille morgen ga ik gewoon maar ergens heen. Hoe erg ik alles nu ook vind, ik zal je wel vergeten, want nu pas kan ik weten, niet nee niet ik, maar jij was nog een kind. Toch konden wij gelukkig zijn zolang totdat we samen tot de ontdekking kwamen: we nemen niet, o nee we nemen niet dezelfde trein.