Manu
Manu - Vraag Me Niet Waarom (feat. Unorthadox & Rosa Ana) songtekst
Je score:
Vraag me niet waarom, vraag me niet waarheen, vraag me niet om de reden. Vraag me niet waar te beginnen nou. Vraag me niet waarom, vraag me niet waarheen, vraag me niet naar de reden. Vraag me niet waar te beginnen nou Als de nacht valt en de sterren aan de hemel herreizen. De atmosfeer gestaag m’n longen doet bereiken. M’n verwondingen geheeld worden door de maan, die z’n licht schijnt op mij om m’n pijn op te schrijven. De aarde onder m’n voeten me voelt, ook al is ze zwaar vergiftigd, eh yo, genoeg is genoeg. Om te weten dat het systeem om me heen destructief is, het antwoord op de vraag tesaam verkocht met m’n ziel is. En dat maakt me te immoreel om te sterven. Onsterfelijk, als m’n wil om te vechten. Vraag me niet naar de reden van het universum. Geen schrift, geen mens, alleen God kan me berechten. Alleen de aarde kan m’n zwaarden dragen. Alleen ik kan voor mezelf adem halen. Alleen ik kan mezelf verraden. Vraag me niet waarom, ik heb gesproken. Daarom. Vraag me niet waarom, vraag me niet waarheen, vraag me niet om de reden. Vraag me niet waar te beginnen nou. Vraag me niet waarom, vraag me niet waarheen, vraag me niet naar de reden. Vraag me niet waar te beginnen nou. Ik neem het heft in handen. M’n sabel der rechtvaardigheid zal daar zijn. Blijf in het zadel. Terrein, verandert vaker dan het laat blijken. Strijd alleen met liefde, lemmeten moeten elkaar slijpen. Tijd is relatief, dus mensen, hoe kan ik te laat zijn? Vraag mij, aanstekelijke scherpte. Met de kracht van een krijger te paard rijk ik je aan m’n zwaard, de waarheid. En leg bloot, wat zich afspeelt echter dat masker waarmee je raar kijkt. Uitzichtloze, gedachtegangen waarvan je staar krijgt zijn uit den boze, dus ik hap niet te groot en maal klein. Lach maar, straks heb je alles verloren daarbij. Doxra, kaf van het koren, kappen het haarfijn. Rappen is dope maar, hooghartigheid onbelangrijk. Strakke flows, ik zal schijnen, maar wie verlicht m’n pad. Geen zwembandjes daar in het diepe, dit is geen kikkerbad. Zeven zeeën, het leven klets plots klaps op je kop straks, dus dwaal niet af. Door trots gemarteld tot in het graf. Door golven gevold, maak me borst nat, want ik heb het gehad. Dus alles wat ik nu rap staat rotsvast in de branding. En barst los als ontbranding van krachtige stof. Dat volwassen man ding en dan kind in mezelf snap ik nog. Vraag me niet waarom, vraag me niet waarheen, vraag me niet om de reden. Vraag me niet waar te beginnen nou. Vraag me niet waarom, vraag me niet waarheen, vraag me niet naar de reden. Vraag me niet waar te beginnen nou. Is het de zon, de maan, de sterren, de hemel? De planeet hier vandaan rapt met de sterren des hemels? Is het moeder natuur, aarde in het teken van leven? Ik rap als een regen van stenen, ik vecht niet, verdedig. Is het nog ver hier vandaan? God, geef me een teken. Is de reden van ons bestaan het geven van leven? Slechts de meesters die weten te spelen met stenen. Wij leken lijken niet eens tevreden met beetjes. Vergeef me bij deze, heeft m’n twijfel wel rede. Welke macht tot de Pi, is zonder twijfel de meester. Krachtig of niet, geef me de wijsheid des levens. M’n gedachtes gaan diep, ik wil vrij zijn van ketens. Wij zijn wie we waren en blijven vergeten dat als we zijn wie we blijven in levende lijven vervagen. Vraag me niet waarom, dat er een vraag is, dat staat er. De vraag is welk antwoord dan echt is de ware. Ik zette m’n gedichten uitéén in duizend woorden. In de kwellende hoop alle sterren die aan de hemel staan vast te leggen. Te vangen in m’n ongestilde honger, naar het begrip dat onmiddellijk m’n angst aan de kant zou zetten. Maar nu, dwaal ik rond in de waanzin van m’n strooptocht. Lege netten, lege zeeën, gaten in de ozon. Oh God, had ik maar geweten, dat alleen m’n hart is staat zou zijn de taal waar ik naar zocht te spreken.