Ton: Ik ken een man die alles heeft
Maar nog altijd voor z’n dromen leeft
Zoveel plannen in z’n kop
Een gezin, een auto voor de deur
Maar de man is wars van alle sleur
’t Leven kan voor hem niet op
Wilbert: Hé, ik ken hem ook, hij is rond de vijftig
Vindt dat het nog lang geen tijd is
Voor een rustiger bestaan
Geen enkele dag duurt hem te lang
Soms denk ik wel: is hij bang
Dat de tijd te snel zal gaan?
Refrein: Hij is een kleine jongen, een kleine jongen
Hij is een kleine jongen van vijftig jaar
En die kleine jongen verloor al wat haar
Maar nog niets van z’n levenslust
Gelukkig maar!
Ad: Die man is echt tot veel bereid
Maar st.. st.. stottert nog altijd
Als hij met mooie vrouwen praat
‘Daar wordt ie juist zo schattig van’
Zeggen al die vrouwen dan
’t Is daarom dat dat ie ’t maar zo laat
Refrein
Ton: De man is altijd zo geweest
Het leven is voor hem een feest
Een nieuwe dag, een nieuwe start
Wilbert: Soms denkt hij dat hij alles kan
Want diep daarbinnen, in de man
Klopt nog steeds een jongenshart
Refrein
Hij wil nog steeds kastelen bouwen, voetballen op het plein
Bergbeklimmen, duiken en een popster zijn…
Refrein