De zon, jawel ze is er hoor
Ik rij alvast de wagen voor
Maak jij intussen maar de picknick klaar
De koffers in de koffer met het windzeil en het balspel
De strandstoel en het zonnescherm, 
De laatste nummers van libelle
De kinderen met de rest van de bagage achterin
Ik voel ze al, de zeelucht en de spetters op m'n kin

We gaan naar zee, zee, zee
We nemen bier en broodjes mee
voor onderweg
We gaan naar zee, zee, zee
We nemen bier en broodjes mee
voor onderweg

Ons flatje lijkt wel een paleis
Maar ja, dat mag wel voor die prijs
Vakantie is het maar één keer per jaar
Waar is de bergasoln m'n luie stoel
M'n pils, m'n bril, m'n krant
Iedereen in badpak
En nu als de bliksem naar het strand
Jonge, wat een mensen
Er is haast geen plek meer vrij
Als iedereen wat doourschuift
Dan kunnen we er nog bij

We zijn aan zee, zee, zee
Geen problemen, alles oke
We zijn aan zee, zee, zee
Geen problemen, alles oke

Dat was het dan, het zit er op
voorbij, inpakken en neem ik hop
Een allerlaatste bad veel te nat
Niemand wat vergeten 
Dan rijden we recht naar huis
Zo bleek als we vertrokken zijn
Zo bruin komen we thuis
Jammer dat het uit is
Maar een jaar gaat erg vlug
Als het de Heer belieft
Komen we volgend jaar terug

Terug naar zee, zee, zee
We nemen bier en broodjes mee
Voor onderweg
Terug naar zee, zee, zee
We nemen bier en broodjes mee

Terug naar zee, zee, zee
We nemen bier en broodjes mee
Terug naar zee, zee, zee
We nemen bier en broodjes mee
Terug naar zee, zee, zee
We nemen bier en broodjes mee
Terug naar zee, zee, zee
We nemen bier en broodjes mee
Terug naar zee, zee, zee
We nemen bier en broodjes mee
Terug naar zee, zee, zee
We nemen bier en broodjes mee