Maarten van Roozendaal
Maarten van Roozendaal - Heiloo songtekst
Je score:
De lucht is grijs en het moddert Het is een mooie dag maar niet voor mij Op het station, een sigaret Het is voorbij, het is voorbij Ik heb genoeg van al mijn zonden Alle nachten, alle lol De dag kriekt naar mijn einde toe En het perron staat vol Forenzen en bejaarden Wat moeders met hun kind Een halve zool, een burgerlul Een meisje kust haar vrind Maar als ik aan de lokettiste denk Of aan die arme machinist Heb ik, oh slappe softie Al mijn eerste trein gemist Ik recht mijn rug, mijn hoofd omhoog Het gaat alleen om mij Ik neem nog maar een sigaret En dan is het voorbij Daar dendert in de verte Al het noodlot op mij af Strakjes mag men puzzelen Met wat er mee moet in mijn graf Zal het vol zijn in de kerk Wiens pak is er het zwartst Wie heeft de duurste bloemen En wie huilt er het hardst Wie heeft de langste toespraak En wie dragen er mijn kist Verdomme, let ik weer niet op Heb ik mijn tweede trein gemist Zelfs nu nog kleeft het ongeluk Als een schaduw aan mijn zij Ik neem nog maar een sigaret Dan is het echt voorbij Dag vader en dag moeder Dag zuster Ursula Ik zie het niet meer zitten En geen stuiver laat ik na Geen stereo, geen magnetron Geen boot, geen kruimeldief Geen oude vaas, geen huwelijksring En ook geen afscheidsbrief Want alles dat je nalaat Is alleen familietwist En nu heb ik, dankzij jullie Ook mijn derde trein gemist De avond valt Men kijkt allang teevee Ik neem m'n laatste sigaret Er zit ook nooit iets mee En ik, en ik, ik sta hier maar Als een skiƫr op de schans Als straks de bomen rinkelen Grijp ik mijn laatste kans Dan spring ik als een, god, hoe heet dat Mijn vrijheid tegemoet Zo'n man die uit een vliegtuig springt Daar is de trein, maar goed Je weet wel met zon rugzak om Zo'n ....... parachutist Daar gaan de bomen alweer open Ik heb mijn laatste trein gemist Het is te laat, ik ga naar huis De nacht ligt er voor mij Al mijn sigaretten op Dan is het echt voorbij Want als de dood je zelfs niet is gegund Dan rest nog slechts de kroeg Ha, die Maarten, fluitje bier En dat tot 's morgens vroeg Nee het eind der tijd is niet een ding Maar een tergend langzaam feest En doe mij nog maar een kopstoot En dan ben ik er geweest Poolen tot de morgenstond Het zal zo moeten zijn En in de verte hoor ik vaag Daar gaat de eerste trein