Maarten van Roozendaal
Maarten van Roozendaal - De begrafenis van René songtekst
Je score:
Na een matige vertoning in Lemmer Het liep niet en zo’n voorstelling moet staan Reed ik via Emmeloord Leliestad en Amersfoort Ik was moe, maar onvoldaan Ik was wel moe, maar niet voldaan Dus besloot ik tot een laatste een-na-laatste Op naar Het Kalfje naar mijn grote vriend René De deur was dicht, het licht was uit Er hing een briefje op de ruit Het zat me ook vannacht weer eens niet mee Het zal me zelfs die nacht weer eens niet mee Ik vloekte me de hoek om naar mijn huis toe En dronk me daar maar in m’n eentje naar de kloten Ik schrik ’s-ochtends uit m’n zatte slaap Besef als ik de krant opraap Er stond: wegens sterfgeval gesloten Er stond gister: wegens sterfgeval gesloten Snel sla ik naar de overlijdensadvertenties En daar stond het dat volkomen onverwacht René Duprez geboren 1960, De Azoren En gestorven Amsterdam, 2008 Achtenveertig pas, God wie had dat gedacht Hé, hé, hé, Duprez, welnee zo kon René niet heten En die Azoren dan, maar toen ik verder las Zag ik de namen van Het Kalfje staan Mijn eigen naam stond onderaan Toch fijn dat men mij niet vergeten was Echt zeer attent, dat men mij niet vergeten was We zouden hem op Zorgvlied gaan begraven En die plek is mij inmiddels wel bekend Van Koen en Wim en Willemijn Van Martin, Frans, Suzan en Hein Je bent een lul als je daar niet begraven bent En ’t is vreemd dat zo’n begrafenis nooit went De zwarte stoet reed langzaam door de haag van mensen En ik stond met Het Kalfje achteraan Aan mijn bloemen hing een lang rood lint met: Op de allerlaatste, vrind En ik zag zo wel duizend staan Ik zag er zelden zoveel onbekenden staan Ik dring me door de meute richting aula En worstelde mijn bloemen naast de kist De speakers deden iets met Bach Zo vreemd dat daar René in lag En Bach, dat was iets dat ik niet wist Dat René zo van Bach hield, was iets dat ik niet wist Toen kwam een meisje dat ons rustig welkom heette Zij leidde vast de korte plechtigheid Vlak daarop begreep ik dus Dat meisje was René z’n zus Zoals ze sprak over hun kindertijd En ze bedankte ons voor de betrokkenheid Daarna kwam er een kale man naar voren Die kende hem van de eerste klas En zijn laatste herinnering was van de roeivereniging Waarvan René de penningmeester was Nooit geweten dat René zo’n roeier was Nu klonk er Sjosjtakovitsj uit de boxen Want dat was René z’n favoriet De kist dan in de bloemenzee Daarop de foto van René Omgeven door violen van verdriet Nou dat René het echt met viool had, dat wist ik niet Maar goed, eindelijk kwam Mark namens Het Kalfje En Mark kent dus het klappen van de zweep Hij ging van onze vaste plaatsen Tot aan de aller-aller-blbl-een-na-laatste Kijk dat was pas wat me echt de keel dichtkneep En ’t was tenminste iets wat ik begreep Want daarna kwam er een ex-vriendin uit Londen En toen weer iemand uit een boerengat Een bal uit zijn studententijd Zo raakte ik René dus kwijt Ik wist niet dat hij zo veel vrienden had Ik wist sowieso niet dat René nog vrienden had Als altijd zwaaiden aan het slot de deuren open En volgden wij de kraaien naar het graf Ik had een nasmaak in mijn mond Van zure zult en kippenstront Dit afscheid voelde als een ware straf “t Was onze barman en daar blijf je af Dus eerst trapte ik die kale op z’n hakken Tot die roeilul het echt met ons had gehad Het zusje huilde: Hou nou op Dus die kreeg bloemen naar d’r kop En Mark duwde zo’n corpsbal in ’t gat En zo werd er nog een fijn potje gemat Daarna zijn we naar een nieuw café gereden En we dronken ons verrot tot ’s morgens vroeg En zo viel het dan toch nog mee En we nemen er nog één, René Ja, echte vrienden Echte vrienden leer je kennen in de kroeg Ja, echte vrienden leer je kennen Je echte vrienden leer je kennen Echte vrienden leer je kennen in de kroeg