Louis Verbeeck

Louis Verbeeck - De Wereld vergaat songtekst

Je score:

De wereld vergaat

Er heeft een man voorspeld : 
De wereld zal vergaan in het jaar duizend negenhonderd achtentachtig 
Het gebeurde bij het goud van een poëtisch volle maan 
In de maand juli van een zomer, warm en prachtig 
De wereld wordt opnieuw een wilde barre chaos, 
geen zon meer en geen liefdesprotocol 
Maar ook geen Vietnam, geen Afghanistan, geen Laos 
Geen toffe jongens meer en ook geen parasol 

Misschien zullen dan de kabouters komen, 
misschien komt dan eindelijk de fee 
Misschien is er ergens een ander Rome 
en een andere Middellandse Zee 
Maar waar zijn de meisjes van zeventien jaar 
en waar zijn de moeders gebleven 
Die grijze madonna's met zilveren haar, 
ze wilden nog eventjes leven 
Nog eventjes zien hoe het kindje zou zijn, 
nog eventjes, eventjes zorgen 
Maar ginds in het deurgat staat Magere Hein, 
hij zegt stil: Er komt nooit meer een morgen 

Nog gauw de laatste mop vertellen, 
gauw de tijd spoedt heen 
Al is ie ook niet goed, we zullen brullen 
De allerlaatste tango, want morgen is er geen, 
laat ons het laatste glas tot boven vullen 
De allerlaatste bloem, de allerlaatste rozen, 
de laatste dag, de allerlaatste nacht 
De laatste zonde en bekoring van den boze 
En de allerlaatste Belg rijdt in een gracht 

Misschien is er rijstpap met zilveren lepels, 
de hemel is mooi op papier 
Maar is er confetti en serpentinerepels, 
ach hier mensen, hier is toch hier 
Is ginder een haven, is ginder een kroeg, 
en is er een boot om te varen 
En vinden we ginder wel weemoed genoeg, 
en gitaren met heimwee op snaren 
Ik vraag aan de dood nog een jaartje respijt, 
ik smeek het hem op bei mijn knieën 
Maar hij zegt waarschijnlijk: Ik heb nu geen tijd, 
en hij sluit zacht mijn draperieën ...

Er heeft een man voorspeld: de wereld zal vergaan
In het jaar duizend negenhonderd tweeëntachtig
O het was maar een zigeuner in een wagen langs de baan
Misschien klinkt het voor u wat twijfelachtig
Maar of het tachtig is of negentig of tweeduizend
Het precieze jaartal is van geen belang
Eens komt die vreemde macht met schaduw over huizen
En iedereen wordt stil en wordt een beetje bang

Ik zal dan daar staan met mijn papieren bootjes
Een zwart en een geel en een rood
Ik heb ze doen varen op povere slootjes
Soms vond ik het zelf idioot
Maar ik toeter nog eventjes op mijn claxon 
En ik voeder mijn twee tortelduiven
Ik pluk nog een vlindertje voor uw balkon
En ik zal nog eens vriendelijk wuiven
C’est dur de mourir au printemps, zingt Jacques Brel
Geen mens houdt van eeuwige reisjes
’t kan vagevuur zijn of hemel of hel
Jongens bij jongens en meisjes bij meisjes.
Vind dit lied op:
bol.com
amazon.com

Copyrights:

Auteur: Louis Verbeeck

Componist: ?

Publisher: Kalliope (2)

Details:

Uitgegeven in: 1966

Taal: Nederlands

Deel je mening

Dit formulier wordt beschermd door reCAPTCHA en de Google Privacy Policy en Servicevoorwaarden zijn daarbij van toepassing.

0 Reacties gevonden