Louis Davids
Louis Davids - We gaan kampeeren songtekst
Je score:
Nauwelijks is de zomer daar, Wordt je bij ons iets geks gewaar. Vader loopt te brommen of hij fluit, Hij zegt tot moeder: ,,Fijne toet, Geef me eens gauw mijn zomergoed, 'k Laat vandaag mijn Jaegerbroekie uit." Stiekem neemt hij de kind'ren mee, Scharrelt ie in zijn atelier, 't Kleine loodsje achter op de plaats, Zanikt ie om een eindje touw, Loopt ie te schelden op zijn vrouw, Dan heeft die man een krimineele praats, Als pa zijn zeiltjes in den olie zet, Dan nadert voor 't gezin de vacantie pret. We gaan kampeeren, We gaan kampeeren, We gaan er voor een dag of veertien tusschen uit, Lekker maffen in de tent, Want de zon die kost geen cent, Braaien tot je als een neger bent. We gaan kampeeren, We gaan kampeeren, We liggen allemaal door elkander op den grond, Op je rug of op je zij, Met de bikkesement er bij, Want de buitenlucht is zoo gezond. Heel de kolonie stevent blij, Naar een fijn plekkie op de hei, Vader slaat de paaltjes in den grond, Lies krijgt de hamer op d'r duim, Vader verslikt zich in zijn pruim, Spuit zijn lucht heel sierlijk uit zijn mond. Vader zakt bij de paaltjes neer, Jankt: ,,Haal een dokter, ik krepeer, Wat doet ze met d'r pooten aan mijn kamp", Moe die partij voor Liesje trekt, Scheldt pa voor dooie architect, En wenscht papa een voortgezetten kramp. Pa wordt dan even kregel, en heel droog, Zet hij mama een nijptang in haar oog. We gaan kampeeren, We gaan kampeeren, We gaan er voor een dag of veertien tusschen uit, Lekker maffen in de tent, Want de zon die kost geen cent, Braaien tot je als een neger bent. We gaan kampeeren, We gaan kampeeren, We liggen allemaal door elkander op den grond, Op je rug of op je zij, Met de bikkesement er bij, Want de buitenlucht is zoo gezond. Als pa de zeilen heischen wil, Geeft ma een Indianen gil, Wimpie krijgt een ladder op zijn hoofd, Zij wordt krijt wit en eist: ,,'t is sterk, Kijk meheer Berlage is aan 't werk, J'hebt mijn zijn hersenpan gekloofd." ,,Gommesiemijnie", fluistert Mien, Nou kan ik Wim zijn harsens zien, Geef is de verbandkist van de vloer." Buiten roept oome Gerard:,,Moord, Er zitten wespen in mijn boord, Die lamme dingen steken me ajour." Maar 's avonds, bij het kampvuur op de hier, Als d' aarde geurt, zingt iedereen weer blij. We gaan kampeeren, We gaan kampeeren, We gaan er voor een dag of veertien tusschen uit, Lekker maffen in de tent, Want de zon die kost geen cent, Braaien tot je als een neger bent. We gaan kampeeren, We gaan kampeeren, We liggen allemaal door elkander op den grond, Op je rug of op je zij, Met de bikkesement er bij, Want de buitenlucht is zoo gezond.