Louis Davids
Louis Davids - Op de zee songtekst
Je score:
Jan Suiker uit de Kinkerstraat Zat zwaar in de O.Wee. Hij had een paar millioen En gaf hem van katoen Een badplaats vond ie burgerlijk Niks waard voor 'haute volee' Wat zijn dat nou voor grappen Zoo in het zand te stappen Hij zou 't eens beter lappen Hij hield van groote happen En zei tot vrouw en kroost "We gaan met 't stelletje naar de Oost" Op de zee, op de zee Maak je honderdduizend akkevietjes mee Al slaan de gollefjes langs het dek Al brandt het zonnetje in je nek De menschen doen allemaal even gek (Van de kapsones) Op de zee, op de zee Maak je honderdduizend akkevietjes mee En al wil het er wel ereis waaien En al wil het er wel ereis waaien Het is heerlijk op de prachtige blauwe zee Zoo ging het heele stelletje In Amsterdam aan boord Het afscheid viel niet mee Jan Suiker riep "tabe" Zijn vrouw begon te grienen Of d'r vader werd vermoord Ze riep tot Oome Arie: "Zorg goed voor de kanarie" Maar Arie bromde: "Larie Krijg 'n stuip tot Januari" De bel die gaat 'O guns We moeten bikken, 't is voor de luns" Op de zee, op de zee Maak je honderdduizend akkevietjes mee Al slaan de gollefjes langs het dek Al brandt het zonnetje in je nek De menschen doen allemaal even gek (Van de kapsones) Op de zee, op de zee Maak je honderdduizend akkevietjes mee En al wil het er wel ereis waaien En al wil het er wel ereis waaien Het is heerlijk op de prachtige blauwe zee Na veertien dagen varen Lag de mailboot voor de wal Oom Jan zei: "Hij's gehaid We binne in Port Said Kom jullie 's gauw boven Anders ziene jullie geen bal Daar gaan de Arabieren Ze tipp'len met zijn vieren" En tante stond te gieren "Gut, wat een rare klieren Dat binnen Turken nar Ze dragen een tulband om d'r knar" Op de zee, op de zee Maak je honderdduizend akkevietjes mee Al slaan de gollefjes langs het dek Al brandt het zonnetje in je nek De menschen doen allemaal even gek (Van de kapsones) Op de zee, op de zee Maak je honderdduizend akkevietjes mee En al wil het er wel ereis waaien En al wil het er wel ereis waaien Het is heerlijk op de prachtige blauwe zee Bij Maltha, Lotje ziek De dokter kwam er aan te pas En Dorus zei: "Ja, ja Ze het malaria" Maar Jan beweerde ijskoud Dat 't een kleine typhus was Daar staan ze met z'n tienen Bij 't wurm d'r bed te grienen Kom, geef hem een aspirine Dat jelui 't nou niet ziene "Hij weet 't alleen", riep Nel "Wat zeg je van hem, professor Pel" Op de zee, op de zee Maak je honderdduizend akkevietjes mee Al slaan de gollefjes langs het dek Al brandt het zonnetje in je nek De menschen doen allemaal even gek (Van de kapsones) Op de zee, op de zee Maak je honderdduizend akkevietjes mee En al wil het er wel ereis waaien En al wil het er wel ereis waaien Het is heerlijk op de prachtige blauwe zee Maar in de rooie zee Was 't met het weer al raar gesteld Jan riep: " 't wordt mijn te mats Ik neem een straffe cats" En tante, licht'lijk groen, zei zacht "Op zee bin ik geen held Wat stampt die schuit, zeg, Lotje" Maar Dorus zei: "Zeg dotje Ik heb 't al lang in 't snotje Jan, breng d'r eens gauw een potje" Maar Jan riep: "Ja, ik bin gek Mijn heele menu leit al op het dek" Op de zee, op de zee Maak je honderdduizend akkevietjes mee Al slaan de gollefjes langs het dek Al brandt het zonnetje in je nek De menschen doen allemaal even gek (Van de kapsones) Op de zee, op de zee Maak je honderdduizend akkevietjes mee En al wil het er wel ereis waaien En al wil het er wel ereis waaien Het is heerlijk op de prachtige blauwe zee