(Van Zanten had op ’t Amstelveld de pluimveehoek bezocht
En daar toen tweede hands een witte leghornkip gekocht
Hij schutte in de gootsteenkast een hokje af met gaas
En voederde die kip met warme appelmoes en kaas
En die kip bevond zich wel daarbij
Maar ze lei geen ei, maar ze lei geen ei

   En de kip zat in het kippenhok
Van je toktoktok, van je toktoktok
Boven op de kippenstok
Van je toktoktok-toktok

Van Zanten die geen eitje bij ’t ontbijt zag op den duur
Sprak tot zijn vrouw die kip lijdt aan de keukentemperatuur
Hij trok z’m jasje uit en deed het deurtje van de knip
En lei de thermometer in de oksels van die kip
En die kip bleek van verhooging vrij
Maar ze lei geen ei, maar ze lei geen ei)

   En de kip zat in het kippenhok
Van je toktoktok, van je toktoktok
Boven op de kippenstok
Van je toktoktok-toktok

De buurman uit het soutterain z’n vader was poelier
Zoodat hij als expert natuurlijk raad wist voor het dier
Van Zanten consulteerde hem, hij kreeg een goeie tip
En hij legde kouwe zwachtels op het stuitje van die kip
En die kip kreeg er de kinkhoest bij
Maar ze lei geen ei, maar ze lei geen ei

   En de kip zat in het kippenhok
Van je toktoktok, van je toktoktok
Boven op de kippenstok
Van je toktoktok-toktok

(Van Zanten zeide tot zijn vrouw: IK weet al wat ik doe
En ging toen met die kip eens naar een kruidendokter toe
Die heeft die kip d’r pols gevoeld en toen d’r tong gezien
En zei toen: ’s Middags pinkpillen en ’s avonds asperien
En die kip kreeg er een maagkwaal bij
 Maar ze lei geen ei, maar ze lei geen ei

   En de kip zat in het kippenhok
Van je toktoktok, van je toktoktok
Boven op de kippenstok
Van je toktoktok-toktok)

Van Zanten sprak: Dat gaat me nu toch boven mijn begrip
En ging tenslotte naar een somnambule met die kip
Toen die voor een riksdaalder in de trance was gegaan
Toen zie ze in d’r slaap: “Het is geen kip, het is een haan”
En die haan die kraaide voortaan blij
 Maar die lei geen ei, maar die lei geen ei

   En de kip zat in het kippenhok
Van je toktoktok, van je toktoktok
Boven op de kippenstok
Van je toktoktok-toktok