Louis Davids
Louis Davids - De begrafenis van ome Manus songtekst
Je score:
Ome Manus uit de Boomstraat was niet kostelijk geweest Na een ingespannen, braaf en werkzaam leven Had 'ie zoals dat een rechtgeaarde Amsterdammer past Zonder waarschuwing ineens de geest gegeven Deze slag trof de familie als een bliksemstraal Want ze zeien ome Manus had geheim een kapitaal En het aantal zijner nazaten was vrij fenomenaal Dat bestond uit een kolonie nichten en neven De begrafenis stond onder de regie des oudsten broers 't Was een toonbeeld van plechtstatigheid en orde Als de dominee zich niet met de familie had bemoeid Was de plechtigheid een bloedorgie geworden Want een nicht had in haar ijver al een plaats in 't Westerveld 'Branden is de nieuwste mode' had z'n onderbuur verteld Toen gaf tante d'r een kaakslag, daarop werd ze uitgeteld Tot ze bijkwam en toen nogal lichtelijk knorde De verdeling van de rijtuigen veroorzaakte een paniek Lange Thijs wou in het eerste rijtuig stappen Toen nam iemand van de treurenden een steekbeitel ter hand Werkte Thijs daarmee heel rustig van de trappen Lange Thijs lag sjiek in het zwart met hoge hoed in het portaal Maar zijn vrouwtje vond die wijze van transport ietwat banaal Als 'tie d'r onder leit, zo gilde ze, dan ga je aan het staal En intussen stond ze blauw naar lucht te happen Hein de kastelein van het hoekje had zijn dochtertje gestuurd Met een tak witte seringen in haar handje Heftig snikte hij: 'k verlies in hem mijn beste vrind Maar de porder zei: zeg maar je beste klantje Zonder dat daardoor de plechtigheid in 't minste werd verstoord Heeft toen Hein zijn zakmes in des porders onderlijf geboord Slechts een daghulp constateerde dat er iemand werd vermoord Maar die opmerking bezorgde haar een standje. Langzaam groeide de belangstelling en dicht opeen gepakt Stond de buurt op het trottoir n ijzig zwijgen Toen de kist na heel veel moeite in het deurtje zichtbaar werd Zag men zeven dames in elkander zijgen Trui de groentevrouw verklaarde dat geval heel aangedaan Dat zijn allemaal nog meissies waar het lijk mee heb gegaan Ome manus was een stiekemerd, je zag 't 'm niet aan Maar als 'ie wou kon 'ie de knapste iesies krijgen Alle hoeden gingen af, de mensen keken naar de kist Met zijn zilveren beugels als een wereldwonder Heel de buurt zo vaak verdeeld, was 't vandaag toch roerend eens Ome Manus ging er knap en degelijk onder Bleke Willem hield zijn hoedje op, zo was hij in de war Maar zijn buurman riep, stuk vullis neem je gassie van je knar Hij ontving een stomp, toen lagen al zijn kiezen op 't trottoir En hij lispelde wat heb ik aan dat gedonder. Aan de groeve sprak de voorzitter van Manus' hengelaarsclub Dat 'ie Manis als een kameraad wou eren Manus lustte wel een borrel maar zijn spullen waren best Daarop ging de kapper heel ontroerd oreren Manis, beste ouwe delver nou lig je in het slijk Ik ben maar een arme scheerder, en ze zeggen jij was rijk Maar beneden in het kuiltje benne we allemaal gelijk Want met magere Hein valt niet te marchanderen Daarna sprak de secretaris van de declamatieclub Manus was een van de meest actieve leden En de rollen die hij speelde waren ongetwijfeld af Altijd heb 'ie voor de hoge kunst gestreden Manus speelde zo'n verrader dat je zat te rillen man En die lui van de komedie konden leren nog daarvan Je bent uitgespeeld nou, Manus, je hebt je laatste pakkie an Ome Manus hoeft zich niet meer te verkleden Toen de opperkraai gezegd had dat eenieder werd bedankt En de plechtigheid daarmee was afgelopen Zei een neef: Nou mannen, ome Manus is verleden tijd Ik stel voor we gaan een hassebassie kopen Allen diep onder den indruk zijn een kroegje ingegaan Na één uur jenever kon geen van de treurenden meer staan Naar het huis van de notaris ging de ploeg en belde aan 'En nou schokken vader, en geen smoes verkopen' Toen het stil werd op het graf Kwam zacht een dor figuurtje aan Die de tranen uit de oude ogen sprongen Tante Betje, Manus' huishoudster stond krom van harteleed Aan de kuil, terwijl de vogels jub'lend zongen Heel voorzichtig lei het ouwetje met sidderende hand Twee verlepte witte anjers op het vers omwoelde zand En ze stamelde gebroken door haar tranen overmand Rust maar zacht hoor Manus, goeie ouwe jongen.