Als rovers uit de Middeleeuwen zien ze er niet uit
Maar meiden, heus, vertrouw ze niet
Ze loeren op de buit
Gevaarlijk voor de vrouwen zijn de ridders
Nou sekuur
't Zijn me lekkere druiven
Nou, laat ze schuiven
Want kom je in d'r kluiven
Dan ben je zuur
Wat zijn ze toch bedeesd heb ik gedacht
Maar wolven zijn het in een blauwe vacht

Dat zijn onze jantjes
Dat zijn onze jantjes
Dat zijn de jantjes met de branie kraag
De boy's met de puistjes
En stevige vuisies
Die zien onze meide allemaal even graag

D'r is geen een matroos, die niet op tijd zijn kerel staat
D'r is geen matroos die zich met smoesies lijmen laat
Ze voelen zich de banjer in der fijne marine blauw
Zoo denken ze alle rokken
Heel gauw te lokken
Ze kletsen van de sokken iedere vrouw
Maar 't mooiste is: laveeren doen ze niet
Een echte Jan die stoomt altijd vol spied

Dat zijn onze jantjes
Dat zijn onze jantjes
Dat zijn de jantjes met de branie kraag
De boy's met de puistjes
En stevige vuisies
Die zien onze meide allemaal even graag

Der is geen Jan die niet op tijd zijn hassebassie lust
Der is geen Jan die niet op tijd een aardig meisie kust
En zie je wel es een die voor een glaasie fosco zit
Dat zijn de nieuwerwetsche
Die laat je maar zwetse
Die doen niks anders dan kletse
Zonder pit
Maar een ryeele, toffe, haaije Jan
Dat is een blok graniet, een echte man

Dat zijn onze jantjes
Dat zijn onze jantjes
Dat zijn de jantjes met de branie kraag
De boy's met de puistjes
En stevige vuisies
Die zien onze meide allemaal even graag