Fantine:
EEns waren mannen je tevriend.
Met de stem aangenaam.
en eens was de liefde groot en het leven een lied.
En het lied klonk uit duizend.
En opeens ging alles mis.
mijn droom is lang geleden nou.
De hemel blauw vol hoop en leven.
Een liefde die nooit sterven zou.
Een god die alles zou vergeven.
toen was ik jong en onbevreest.
nog niet van werkelijkheid door drongen.
het leven was een zorgloos feest.
de wijn geproeft het lied gezongen.
maar de tijger in de nacht.
gromt met ingehouden donder.
Als hij hoop aan stukken schuurt.
En de droom niet langer blijkt-----------------
in zomer heb ik hem gelooft.
hij sliep naast mij was als een wonder.
hij heeft me van mijn jeugd berooft.
het werdt herft ik ben alleen ontwaakt------------------
maar in zijn droom haalt hij zijn bruid.
hij zorgt voor mij het is een wonder.
niet alle dromen komen uit.
niet iedere storm kun je over leven.

mijn droomn zo anders dan de hel.
die ik ben gedoemt televen.
waar in geen enkel droom meer gloort.
het leven heeft mijn droom vermoordt.