Ik hou van slurpen, spinnen, soezen
Smullen, miauwen, lekker roezen
Ik bijt en krab af en toe
Wanneer ik boos ben of te moe

Hang de hele dag in 't rond
In de zetel, op de grond
Weinig dat mij wat kan schelen
Dit is mijn leven, Mijn poezenleven

Er wonen mensen in mijn huis,
Ouders en hun klein gespuis
Kreeg de groten in ’t begin
Was toen nog een knus gezin

Maar toen ze twee kleintjes kregen,
Leek mij dat heel ongelegen
Twee grote mensen in de ploeg,
Vond ik al meer dan genoeg

Lalalala

De groten lopen wild in ’t rond
De kleintjes maken ’t te bont
Als ik dit eerder had geweten,
Had ik hier niet meer gezeten

Ze pesten mij met staartje-trek
Hun geruzie maakt me gek
Zeker als ik op het balkon,
Lui lig te ronken in de zon

Lalalalala

Had ik maar zo van die mensen,
Die voldeden aan mijn wensen,
Die muizen vingen terwijl ik soes
Dat is leven als een poes

Maar voor muizen zijn ze bang Zeker zij, heeft steeds die drang, Om te krijsen als een muis
Trippel-trappelt in ons huis
Lalalalala 

Maar de grootste van mijn zorgen
Is welke kat gaat hen verzorgen, Wanneer ik op vakantie ben,
Soezend in mijn caravan

Soms denk ik stiekem in de nacht,
Wanneer ik op mij prooien wacht
Het zou toch fantastisch zijn,
Mensen als een muis zo klein