Ik sta op ’t plein
’t Plein is van mijn
Dan zie ik de mensen naar ’t werk gaan
Ik zie ze op zondag naar kerk gaan
Ze gaan allemaal naar de dag na ’t werk
Behalve op zondag, dan hebben ze kerk

Ik sta op ’t plein
Vlakbij de fontein
Ik kijk naar de stoep van ’t cafeetje
Daar staat welke morgen Margreetje
Margreetje is jong, die draagt geen korset
Ik denk vaak aan haar, ’s nachts in m’n bed

Ik blijf op het plein
Dat is m’n terrein
Dat geeft niet, ik kan haar zien lopen
Ik mag toch geen bier meer gaan kopen
Ik mag niet meer drinken heeft dokter gezegd
Want bier zegt de dokter bekomt me te slecht

Ik sta op ’t plein
Dat is m’n terrein
De zon maakt me heet, dan zweet je
Aan de overkant zie ik Margreetje
Ze lacht naar de baas, één hand in d’r zij
Zo lacht ze nooit één keer ’s tegen mij

Ik heb m’n plein
’t Plein is van mijn
Ik zie Margreet met d’r billen staan draaien
‘k Heb ‘r één keer gepakt om te aaien
Ze hebben geslagen, een klap op m’n kop
 Toen kwamen de dokters die sloten me op

Dat huis was geen plein
D’r was ook geen fontein
Je mocht overdag niet naar buiten
En d’r was kippetjesgaas voor de ruiten
Ik mocht weer naar huis als ik rustig zou zijn
Terug naar m’n dorp, weer terug naar m’n plein

Ik zit op m’n plein
’t Plein is van mijn
Daar mag ik van dokter op lopen
Maar ik mag nooit meer biertjes gaan kopen
Dan moet ik weer terug naar dat huis met dat hek
Dus blijf ik op m’n plein
Ben niet  gek
Ja
Ha ha
Nee