Kor Van der Goten
Kor Van der Goten - Prelude songtekst
Je score:
Er kwam een meid voorbij en ze zei tegen mij Met een lachend gezicht Ja ’t was naar mij gericht: goeiendag Ik begreep dat niet goed, zulke haastige spoed Maar ze had een lieve snoet Dus ik zei haar zeer goed: goeiendag De lucht was helder en rimpeloos blauw en haar kleedje had niet eens een mouw Wij bestelden een thee in een stemmig café En het ene bracht ja ook het andere Ze zei niet nee. De juke-box zong dromige liedjes van een Vlaams chansonnier. Zijn naam ben ik vergeten Maar zijn liedjes, ‘k zit er mee. En we gingen vandaan in de zilveren maan kathedralen voorbij en het Steen voorbij, ’t was in mei. En we kwamen op de dijk, op de scheldedijk En wij droomden arm in arm En we kregen het warm, ’t was in mei. Donkere wolken uit verre land en een meisje wuifde met haar hand. En ik nam mijn gitaar en ik speelde voor haar menig liedje uit mijn hart en de hemel werd zwart rond het park. Ik zong haar dromige liedjes van een Vlaams chansonnier Zijn naam ben ik vergeten, maar zijn liedjes, ‘k zit er mee. En ’t werd zomer, ’t werd herfst, En ’t werd winter weer En ’t werd lente en ik zei: Meid, we trouwen in ’t zoetste van de mei. En we kochten meubelen en huisgerief En een boel mooie dingen voor ’t zoete lief, asjeblief. De auto’s vormden een plechtige stoet en ik droeg een hoge zijden hoed. En het orgel speelde preludes van Bach En weldra in een wiegske een kindeke lag, na na na. Ik zong dromige liedjes van een Vlaams chansonnier. Zijn naam ben ik vergeten, misschien was het Maurice Chevalier.