Ans is een meisje van zeventien jaar
Mooie ogen, mooi blond haar
Elke morgen voor dag en dauw
Start ze haar brommer een Vespa ciao
Ans moet werken in de fabriek
Geen dag slaat ze over geen dag is ze ziek
Ans vult dozen aan de lopende band
Met chocolaatjes tot aan de rand
(Ans vult dozen aan de lopende band
Met chocolaatjes tot aan de rand)
['s Avonds als de sirene fluit] (Elke vrijdag dan gaat de fluit)
Ans scheurt de fabriekspoort uit
[Dan tut ze zich op dat doet ze voor Cees] (Ze tut zich op en doet dat voor Cees)
Cees is haar held haar troetelbeest
Cees heeft een motor een leren jas
Haar op zijn borst en een giropas
En op een dag zei hij lieve Ans
Als je wilt trouwen grijp nu dan je kans
(En op een dag zei hij lieve Ans
Als je wilt trouwen grijp nu dan je kans)

Ik kom terug als ie gaar is
(Ik kom terug als ie gaar is
Of ie langzaam kookt of vlug)
Als ie gaar is kom ik terug

Ans die bloosde van oor tot oor
Lachend zei ze de bruiloft gaat door
Er volgde een jaar van pril geluk
Alles was nieuw en nietskon er stuk
Cees was aardig met bloemen bonbons
Ze sliepen onder een dekbed van dons
Maar na een jaar toen keerde het tij
Cees (die) ging zeuren haalde alles erbij
(Maar na een jaar toen keerde het tij
Cees (die) ging zeuren haalde alles erbij)
Je kan niet koken het huis is niet schoon
Je kletst met je moeder je verkwist mijn loon
Je koopt dure kleren leest doktersromans
Je wilt vaak niet vrijen (en) ik ben toch je man
Cees (die) werd woedend Cees (die) werd kwaad
Ans wou nog bukken maar het was al te laat
Ze kreeg een paar klappen ze zag hemelsblauw
Ze voelde zich een kat een kat in het nauw
(Ze kreeg een paar klappen ze zag hemelsblauw
Ze voelde zich een kat een kat in het nauw)

(En) Ik kom terug als ie gaar is
(Ik kom terug als ie gaar is
Of ie langzaam kookt of vlug)
Als ie gaar is kom ik terug

Was dat nou Cees haar ridder haar held
Wat moest ze doen tegen dit grof geweld
Maar op een dag kreeg Ans een idee
Ze [nam] (pakte) een pan die ze vol water deed
Ze [pakte] (nam) een steen uit de tuin voor het huis
En zette de steen in [een] (de) pan op het fornuis
Toen schreef ze een briefje kort en vlug
He Cees als-ie gaar is kom ik terug
(Toen schreef ze een briefje kort en vlug
He Cees als-ie gaar is dan kom ik terug)

Ik kom terug als ie gaar is
(Ik kom terug als ie gaar is
Of ie langzaam kookt of vlug)
Als ie gaar is kom ik terug

Ik kom terug als ie gaar is
(Ik kom terug als ie gaar is
Of ie langzaam kookt of vlug)
Als ie gaar is kom ik terug


©Klein Orkest