Ik sta altijd met een groepje in een wijk waar ik niet hoor
En met veel kabaal de nachtrust van de hele wijk verstoor
Ik roep tegen wie voorbijkomt maat of gabber, vriend of broer
Ook al zijn het vreemdelingen, want ik ben stoer

Als er niets meer is te blowen, heb ik kauwgom in mijn bek
En van fietsen die op slot staan, steek ik alle banden lek
Want ik geef om al die sukkels sowieso geen ene moer
En het slopen van hun spullen, dat vind ik stoer

Daarom heb ik ook een scooter, waarop ik met een hoop lawaai
Bij het scheuren door de straten stoere teringherrie draai
Ik heb in de verste verte geen behoefte aan vervoer
Maar een beetje rondjes rijden, vind ik wel stoer

Ik heb ook een baseballpetje, ook al schijnt de zon hier nooit
En heb ik er geen idee van hoe je baseballballen gooit
En zo loop ik rond te hangen en te spugen op de vloer
En de boel te irriteren, want dat is stoer

Wie er iets van durft te zeggen, als ik vuilniszakken sloop
Of een etalage leeghaal, nou die steek ik overhoop
Want als ik bij die bemoeials hun brutale muilen snoet
Met mijn flitsende stiletto voel ik me stoer

Ik sta met mijn kameraden vaak te wachten in een steeg
En als iemand daar voorbij komt, halen wij zijn zakken leeg
En ik draai m'n kameraden net zo makkelijk een loer
En die vinden dat vervelend, maar ook wel stoer

Want m'n kameraden snappen waar het allemaal om gaat
Wij begrijpen met z'n allen waar het allemaal op slaat
En wat anderen beweren is gewoon geouwehoer
Laat die anderen maar kletsen, die zijn niet stoer

Het wordt tijd dat heel de wereld het nou ook een keertje leert
Dat er moeilijkheden komen als je mij niet respecteert
Het wordt tijd dat heel de wereld het nou ook een keer ontdekt
Dat het gaat om iets heel simpels, gewoon respect