Wanneer ik over iets gefantaseerd had of gelogen
Iets fout deed of vervelend was of zeurderig of lui
M'n Playmobil niet op wou ruimen of niet af wou drogen
Een schemerlamp kapot gegooid had in een boze bui
Dan riep mijn moeder zonder mij daar ooit bij aan te kijken
Wel wetend dat ik nauwelijks mijn vader had gekend
Al bleek ik op die vreemdeling klaarblijkelijk te lijken:
"Je bent precies je vader"
En bedoelde dat niet als een compliment

Wanneer ik iets liet overkoken of iets aan liet branden
De lauwe mie met rauwe kipfilet niet lekker vond
Aan tafel plaatsgenomen had met ongewassen handen
M'n haar niet had gekamd of praatte met een volle mond
Of als ik weer zo'n handgebreide ijsmuts had verloren
Per ongeluk m'n schooltas was vergeten of expres
Dan kreeg ik altijd weer diezelfde jammerklacht te horen:
"Je bent precies je vader"
Ook al was ik toen m'n ouders scheidden zes

De frase die als nederpop in zwang begon te raken
Werd mij ook continu door ooms en tantes toegesist
Wanneer ik niet naar bed wou of m'n huiswerk wilde maken
Met cola had gemorst of naast het potje had gepist
Of als ik met een hoop kabaal de trap af was gedonderd
Dan riep al mijn tantes en mijn ooms van moeders kant
Zelfs aangetrouwde ooms en tantes niemand uitgezonderd:
"Je bent precies je vader"
Op een toon of ik m'n zus had aangerand

Dat iedereen wat mij betrof terdege dood mocht vallen
Is inderdaad een houding die wel op de zijne lijkt
Maar mijn karakter ondermijnen en mijn jeugd vergallen
Heeft mijn familie zonder hulp van buitenaf bereikt 
Maar tegenwoordig had m'n vader ook z'n goeie kanten
Hij was als kolderiek grappenmaker zeer geslaagd
Nu zeggen kirrend van plezier diezelfde bloedverwanten:
"Je bent precies je vader"
Die ze keihard bij me hebben weggejaagd