Kees Torn
Kees Torn - Ach songtekst
Je score:
Een eendagsvlieg dacht: om te snikken Zo bedroevend is mijn lot Slechts een handvol ogenblikken Waarover ik mag beschikken Was ik maar een mot Een mot dacht: wat zijn dit voor streken Hiervan snap ik nou geen zak Over zes of zeven weken Is het al met mij bekeken Was ik maar een kakkerlak Een kakkerlak zei kort en bondig: "Ach wat heeft het ook voor zin Ik vervloek mezelf hartgrondig Mijn bestaan is zo kortstondig Was ik maar een spin" Een spin dacht: Of dit jaargetijde Mee of tegenvallen zal Allebei of geen van beide Straks ben ik aan gene zijde Straks ben ik een parelkwal Een parelkwal riep: "Mededogen Ik ben nog maar net uit huis En lig nu al uit te drogen Met dat stuifzand in m'n ogen Was ik maar een muis" Een muis dacht: wat een horrorstory Ik ben hem nog lang niet zat Drie ben ik en potverdorie Nu al haast vergane glorie Was ik maar een muskusrat Een muskusrat had niets te hopen: Ik zit lelijk in het schip Met een jaar of vier aan stropen En de hongerdood ontlopen Was ik maar een kip Een kip verzuchtte in gedachten: Maak mij nu meteen maar dood Ik heb niets te doen dan wachten Op het plukken en het slachten Was ik maar een duizendpoot Een duizendpoot dacht: dit is balen Want ik kan in theorie Maximaal de zeven halen Maar niet echt op mijn sandalen Was ik maar een kolibrie Een kolibrie dacht: krijg de klere Alles is voor niets helaas Amper ben je uit de veren Stopt het in de kortste keren Was ik maar een haas Een haas zat even uit te blazen Zoals hazen kunnen doen Hij dacht: waarom zijn het hazen Waarop jagers altijd azen Was ik maar een kerstkalkoen Een kerstkalkoen dacht: kerstkalkoenen Met de kerst zijn wij de klos Ieder jaar zijn wij miljoenen Offers in de slachtseizoenen Was ik maar een vos Een vos zat met de vraag te stoeien Wat de zin des levens is Hij dacht: dit is tijd verknoeien Wat zou ik mij nog gaan vermoeien Was ik maar een hagedis Een hagedis dacht ontevreden: Had ik maar wat extra tijd Om aan al m'n werkzaamheden En m'n hobby's te besteden Was ik maar een geit Een geit die baalde als een stekker Dacht: ik mag bepaald niet lang Lekker bokken en me lekker Overgeven aan gemekker Was ik maar een ratelslang Een ratelslang dacht: ik ga dutten En blijf lekker liggen waar ik lig Ik zou best m'n tijd benuttten Als ik meer had of verkutten Was ik maar een big Een big sprak tot een hele horde Biggen: "Sterven is geen punt Dat vind ik op zich geen punt Maar zo jeugdig" en hij knorde "Was ik maar een weiderund" Een weiderund dacht vol vertrouwen: Ben ik toch niet elke keer Bij de vraag opnieuw herkauwen Hoe het leven te beschouwen Was ik maar een beer Een beer dacht om me uit te sloven Voor naar boven afgerond Dertig jaar, daar sta ik boven Zo iets wil ik niet geloven Was ik maar een herdershond Een herdershond lag uit te hijgen Hij dacht: voor zo'n zware kluif Had je denk ik bij m'n eigen Veel meer tijd gehoopt te krijgen Was ik maar een duif Een duif dacht: als gezonde doffer Heb ik het nog best oké Maar een aap nog stukken toffer Duikt met alles in de koffer Was ik maar een chimpansee Een chimpansee dacht: hier en ginder Dit is niet de moeite waard Met de tijd wordt alles minder En de tijd gaat steeds gezwinder Was ik maar een paard Een paard dat telde met z'n hoeven Dacht: ik kom tot veertig jaar Kon ik dat maar overtroeven Want ik vind het hier goed toeven Was ik maar een tuimelaar Een tuimelaar dacht: stervelingen Zijn we zeker allemaal Maar die tijd die wij ontvingen Is om uit je vel te springen Was ik maar een aal Een aal dacht: alle creaturen Zullen raken opgebrand Zelf moet ik het ook bezuren Kon het maar wat langer duren Was ik maar een olifant Een olifant dacht: allemachtig Waarom ligt mijn leeftijdsgrens Niet wat dichter bij de tachtig Dit vind ik zo kinderachtig Was ik maar een mens Een mens dacht: hou eens op met zingen Zit hier nog een einde aan Wij zijn ook maar stervelingen En de tijd begint te dringen Was ik maar een knobbelzwaan Een knobbelzwaan dacht: ach, het einde Wat ik daaraan diep betreur Is dat ik in in al het zijnde Al mijn vreugde ondermijnde Was ik maar een steur Een steur dacht: dat we sterven moeten Zonder inspraak steekt enorm Kon ik met wat Weesgegroeten Voor m'n aards verlangen boeten Was ik maar een tubusworm Een tubusworm tree dacht: draait het leven Niet om het moment an sich Dat zou ik meer aandacht geven Als ik maar bestond voor even Was ik maar een eendagsvlieg