De Jansens leven heel de dag in harmonie en vree
Ik zeg expres de hele dag want 's nachts, o wee o wee
Er is een bed dat is zo nauw en is er tweehonderd kilo vrouw
Zij is een walvis, hij een sprot, zodoende komt er mot
En ligt het stel in bed, begint de grootste pret

Medelij Jet, heb medelij Jet
Is er voor mij dan geen plaats meer in bed
Ik lig met mijn rug op de scherpe rand
En ik hang voor de helft uit het ledikant
Medelij Jet, heb medelij Jet
Is er voor mij dan geen plaats meer in bed
Jij neemt al de dekens oh monstervrouw
Ik bibber van de kou

Hij heeft een strop want Jet was slank toen hij haar handje vroeg
En toen ze trouwden was hun bed voor beiden groot genoeg
Maar Jansen werkte hard zodat, hij werd zo mager als een lat
Zij werd maar dikker, onze Jet, nu zwemt ze in d'r vet
Draait zij in het ledikant, dan vliegt hij aan de wand

Medelij Jet, heb medelij Jet
Is er voor mij dan geen plaats meer in bed
Ik lig met mijn rug op de scherpe rand
En ik hang voor de helft uit het ledikant
Medelij Jet, heb medelij Jet
Is er voor mij dan geen plaats meer in bed
Jij neemt al de dekens oh monstervrouw
Ik bibber van de kou

Het was een daalder waard te zien in bed dat vreemde stel
Een hoge berg was zij en hij wat beentjes met een vel
Het komt nog zover zekere keer, dan slaakt die man z'n kreet niet meer
Dan hangt 'ie als een dooie mug aan Jet d'r vette rug
En 't allerlaatste woord, dat Jet nog van 'em hoort 

Medelij Jet, heb toch medelij Jet
Is er voor mij dan geen plaats meer in bed
Ik lig met mijn rug op de scherpe rand
En ik hang voor de helft uit het ledikant
Medelij Jet, heb medelij Jet
Is er voor mij dan geen plaats meer in bed
Jij neemt al de dekens, oh monstervrouw
Ik bibber van de kou