Katinka Polderman
Katinka Polderman - Vlot songtekst
Je score:
Ik was een jonkvrouw en ik woonde in een slot Met een slotgracht en een brug en met kantelen En daar liep ik me dan dagelijks te vervelen Want de heiser van m’n brug die was kapot ’t Was gebeurd toen ik m’n brug hees iets te vlug Voor een barbarenleger dat me wou bestelen Van dukaten en m’n goud en m’n juwelen M’n brug stond open en ik kreeg ‘m niet meer terug Het lag waarschijnlijk aan een plug Eer bestond geen telefoon en ook geen mail Geen brugmonteur dus die ik kon bereiken Ik riep beschaafd om hulp maar niemand die kwam kijken En zelf kon ik qua repareren niet echt veel Zo zat ik opgesloten al een maand of wat En ik werd moedeloos. ’t Begon erop te lijken Dat ik aan bittere koude zou bezwijken Omdat het winter werd en ik geen haardhout had Maar toen klonk hoefgetrappel en kwam jij te paard Ridder Bart heel rijk, heel knap en heel charmant De allerstoerste ridder van het hele land De grote drakendoder met z’n zilveren zwaard Je riep “Bonjour, m’n edele jonkvrouw”, lief en zacht Eerst ga ik u redden daarna ga ik u schaken ‘k Heb een vrachtje planken meegenomen om een vlot te maken En wat later roeide jij toen door mijn gracht Zo kwam je bij me en je kuste zacht m’n hand En je bent voor altijd in m’n slot gebleven Want de ophaalbrug die bleek echt opgegeven En je vlot dat heb ik in de haard verbrand