Karin Bloemen
Karin Bloemen - een klein stukkie songtekst
Je score:
Ze zet de ene voet voor de ander dan de ander voor de een staat dan even wat te hijgen op te letten en dan weer een heel klein stukkie rustig aan, geen ongelukkie als ze valt, wie zou haar weer rechtop gaan zetten? Heeft al twee trams laten lopen want die waren haar te vol ze is bang dat ze haar binnen zullen pletten en nog twee trams laten lopen want de deur die blijft niet open kan haar voet niet tijdig op de treeplank zetten Want als je ouder wordt word je een stukkie kleiner een heel klein stukkie maar je merkt het toch steeds weer want als je ouder wordt dan krimp je uit je kleren en als je dood bent past geen enkele jurk je meer En dan is ze eindelijk binnen staat doodstil in het gedrang Ziet geen stoel of stang en kan niet bij de lussen weet niet waar ze vast moet houwen en geen rug is te vertrouwen en misschien zit er wel een stiletto tussen Want als je ouder wordt word je een stukkie kleiner een heel klein stukkie maar je merkt het toch steeds weer want als je ouder wordt dan krimp je uit je kleren en als je dood bent past geen enkele jurk je meer Ziet dan eindelijk het knopje om de tram te laten stoppen en dan nog een knop dan gaat ie eindelijk open twee haltes te veel laten lopen ze staat in het donker weg gekropen vreemde buurt en heel langzaam gaat ze lopen Ik was zeven, late herfst, donker om vijf post jij die brief, heeft niets om het lijf zei mijn vader, en ik rende met het zweet op mijn rug elke boom een kerel elke schaduw te veel brief in mijn vuistjes hart in mijn keel kinderangst, komt nooit meer terug komt nooit meer terug Elk jaar komt de herfst wat vroeger elk jaar wordt het vroeger donker buurt wordt vreemder weg wordt langer met de pas en de cirkel is gesloten om je heen wordt alles groter beetje wordt het weer zoals het heel heel vroeger was Want als je ouder wordt dan krimp je uit je kleren je wordt zo broos en klein ze zien je niet meer staan want als je ouder wordt word je een stukkie kleiner alleen het verdriet groeit elke dag een stukkie aan (c) Antoine Uitdehaag / Ronald Kool