Jules De Corte
Jules De Corte - 'n Petit ca ca songtekst
Je score:
Onder de gemeente Petit Ça Ça woonde eens een meisje, genaamd Lucetje, samen met haar lieve papa en ma in een snoezig flatje. Reeds vanaf de dag dat ze lopen kon, had ze een gezicht dat fleurig was en licht als de zon. Alle goeie mensen van a tot z zeiden: 'Wat is dat een engel van een schat tot en met!' Vader had gelukkig een goed stuk brood, wat nog wel iets meer dan een groot gemak is, dus ze groeide op zonder slag of stoot tot een leuke bakvis. Menig jongeman uit Petit Ça Ça wou aan deze schone zijn hart verliezen, maar het lieve kind zei geen nee of ja, want ze kon niet kiezen. Heus, ze vond Louis wel een knappe vent, maar hij was wat kaal en schoor zich helemaal niet patent. Willem van de bakker was ook wel fiks, maar hij zag zo bleek en als ze naar hem keek, zei die niks. Al die vele anderen bij elkaar konden haar geen enkel moment behagen, waren of te zus of te zo voor haar. Nee, ze kon niet slagen. Onder de gemeente Petit Ça Ça woont een zielig vrouwtje, genaamd Lucetje, samen met haar stokoude pa en ma in een snoezig flatje. Als er een meneer is die haar passeert, licht hij diep zijn hoed bij wijze van een groet: 'Zeer vereerd', maar hij kijkt haar nimmer meer smachtend aan. Nee, het is een feit: die wonderlijke tijd is vergaan. Meisjes, die dit schone gezang aanhoort, vraag niet aan een man: 'Ben je rijk of pover?' Kijk niet al te veel naar een deftig boord, anders gaat het over.