Wat zie je nou, oma?
Een jongen op een fiets
Een man met een pet 
Anders niets?
Anders niets
Wat duurt het toch lang
Ze zijn al veel te laat
We zijn ongerust 
Het is gevaarlijk op straat

Ga nou eens opzij
Nou wil ik uit dat raam kijken
Kijk jij dan uit dat andere raam
Nee, want daar staat die boom
Nou, laat me nou
Nou, effetjes dan

Wat zie je nou, opa
Twee auto’s en een kat
De wagen van de groenteman
En dat was dan dat
Waar zouden ze toch blijven?
We worden nou wel bang
Ze konden toch al hier zijn
Al lang, al lang, al lang

Je hebt vast niet goed gekeken
Ik kijk heel goed
Ha, en je hebt niet eens je bril op
In de verte zie ik beter zonder bril
Ga nou maar weer ‘ns weg en laat mij nou maar ‘s
Kom nou hier, samen.
Nou, goed dan, samen

Een juffrouw op een brommer
Twee jongens op een fiets 
De auto van de post 
Verder niets, verder nies
Waar zouden ze toch blijven?
Waar zouden ze nou zijn?
’t Zijn toch zulke peuters
Ze zijn nog maar zo klein