Jean-Louis Pisuisse
Jean-Louis Pisuisse - de mei songtekst
Je score:
Daar schoven de mensen, in drommen zo dicht, in rijen van vier in het voorjaarse licht; daar woeien de vaandels in kleuren, zo blij, daar schalde het koper het lied van de Mei. De zon scheen op hem, en de zon scheen op haar Ze hielden die dag eens zo veel van elkaar; ze liepen gearmd aan het eind van de stoet, een roos op de borst en de ogen vol moed. Ze snoven de lucht, en ze zongen zo blij het lied der overwinning, het lied van de Mei, het lied van de Mei, de eerste Mei! Hij keek in haar ogen, en drukte haar arm, haar blosje was dun, en haar hartje was warm, ze stapten gewichtig, en zongen vol vuur... Zij keek onderhand naar de bordjes 'Te Huur'. Ze zag in haar dromen een hij en een zij, Tesaam in zo'n huisje, het volgend jaar Mei. Hij dacht niet aan kiesrecht, aan Staatspensioen, hij dacht aan zijn meisje, hij dacht aan een zoen... En diep in hun hart zong de Lente zo blij een liedje van verlangen, een lied van de Mei, een lied van de Mei, de blijde Mei. De dag was voorbij, en de avond was koel, heel ver lag de stad met haar licht en gewoel, de nachtwind ging spelend over water en wei... Ze neurieden zachtjes het lied van de mei. De avond was eenzaam, en zacht was het gras, ze vleiden zich neer aan de kant van de plas, ze hoord' in haar oren zijn fluistr'ende stem, hij las in haar ogen de zege voor hem... En ver in een boom zong een vogel zo blij, een liedje van de liefde, een lied van de Mei, een lied van de Mei, de jonge Mei!