Jasperina de Jong
Jasperina de Jong - Ik droomde songtekst
Je score:
Ik droomde dat ik in de hemel was, ik was gekomen in een zeventraps raket. Ik was niet dood, ik was er enkel op bezoek en zat wat schichtig rond te gluren in een hoek. De Lieve Heer hield net auditie voor het grote engelenkoor, het was een schouwspel dat ik ademloos bekeek. De engelen zongen een voor een de Lieve Heer een liedje voor en dan zei God: ‘U hoort van mij binnen een week.’ Toen viel Gods oog opeens op mij en hij zei: ‘Kom maar Jasperien’ en ik zei: ‘Nee’ en hij wou weten waarom niet. En ik zei: ‘God, ik ben geen engel’ en God zei: ‘Dat is te zien, maar zing voor mijn plezier nou toch maar eens een lied.’ Ik droomde dat ik erg in twijfel zat, want botweg weigeren, dat was meteen zo honds. En bovendien, daar kwam nog bij: ik wou het best, ik zat alleen maar met de kwestie van het orkest. En ik zei: ‘God, ik wil wel zingen, ja, desnoods wel drie kwartier, maar er is iets dat ik u even zeggen moet: Ik kan het echt niet a capella zoals al die engelen hier.’ Nou, God begreep het wel, hij snapte het heel goed. Hij zei: ‘Natuurlijk, een orkest, dat is de helft van je succes. Het is bepalend voor de stemming en de sfeer. Je krijg het beste wat er is, eens even zien… Een man of zes? Is dat genoeg?’ En ik zei: ‘Zeker, Lieve Heer.’ Ik droomde dat ik erg nieuwsgierig was naar het orkest dat onze Schepper kiezen zou. Ik had vertrouwen in zijn muzikale smaak, maar ja, het is en blijft een netelige zaak. En hij begon met de piano, zoals meest gebruikelijk is. Hij zei: ‘Henk Westrus, da’s een puike pianist!’ Toevallig ken ik Henk een beetje (inderdaad volstrekt niet mis) en ik begreep dat God er echt wel wat van wist. En hij ging verder met de basgitaar en koos daarvoor Piet Baan. Daar had ik heimelijk al mijn zinnen op gezet. ‘En dan Wim Abma,’ zei de Heer, ‘want die is ook niet te verslaan, noch op de fluit, noch op de sax en klarinet.’ Ik droomde dat ik in de stemming kwam en God zei: ‘Ja, je zal eens horen hoe het swingt, want weet jij wie ik voor het slagwerk had gedacht? Gildo del Mistro, een ontzettend fijne kracht.’ Ik was wel eventjes perplex en ik zei: ‘God, het is niet waar!’ En God zei: ‘Ja, bereid je voor op nog een schok, want jij krijgt ook nog een ontzettend fijne man aan de gitaar. Mijn lieve kind, wat zou je denken van Jan Blok?’ En ik zei: ‘God, het kan niet op!’ En God zei: ‘Nee, het kan niet op. Nu Harry Mooten nog aan de accordeon.’ En ik zei: ‘God, is dit een grap?’ En God zei: ‘Nee, het is geen mop, je zal hem hebben. Ook al kost het me een ton!’ Ik droomde dat ik in de hemel was en het orkest speelde hemelse muziek. Ze hadden kennelijk hun ziel erin gegooid en ik ging zingen en ik zong zoals nog nooit. De Lieve Heer zat stil te luisteren met de engelen om zijn troon en toen het uit was, riepen allen luid: ‘Bravo!’ De Lieve Heer gaf me zijn zegen en hij zei: ‘Het was wonderschoon, je krijgt iets moois, je krijgt iets moois van mij cadeau. Kom, zeg maar op: wat wil je hebben? Ik vind alles even best. Een mooie ring met een robijn of een smaragd?’ En ik zei: ‘God, als het niet brutaal is, wil ik liever het orkest.’ En God moest lachen en hij zei: ‘Net wat ik dacht… Neem het maar mee. Het is voor jou en veel succes.’ En kijk, hier is het dan! Hier zijn ze alle zes!